voetbalzone

‘In Italië snappen de mensen niet dat Stefan de Vrij niet speelt bij Oranje’

Yanick Vos12 okt 2019, 07:16
Laatst bijgewerkt: 12 okt 2019, 07:16
Advertentie

Marten de Roon heeft zich onder Ronald Koeman in de basis van het Nederlands elftal gespeeld. Waar de bondscoach overtuigd is van de kwaliteiten van de Atalanta-middenvelder, wordt in de media steeds vaker geopperd om hem te slachtofferen ten faveure van Donny van de Beek. De ex-speler van onder meer sc Heerenveen kan weinig met de discussie.

“Het past vooral heel erg bij de Nederlandse voetbalcultuur. In Italië snappen de mensen bijvoorbeeld niet dat Stefan de Vrij niet speelt bij Oranje. In hun ogen een ijzersterke verdediger, die je altijd moet opstellen”, reageert de dertienvoudig international in een interview met het Algemeen Dagblad. De Roon erkent dat hij een type speler is waar er in Nederland maar weinig van zijn. “Ook niet bij Oranje. Veel jongens hier zijn opgeleid bij de topclubs. Veel is daar op balbezit gericht, op techniek, met het positiespel als graadmeter. Daar ligt niet mijn grote kracht, dus ik kan me de discussie ook wel voorstellen. Alleen is het een beetje appels met peren vergelijken.”

Afgelopen donderdag werd De Roon in de tweede helft gewisseld voor Van de Beek. De discussie wie van de twee moet starten tegen Wit-Rusland wordt door De Roon niet gevolgd. “Wij zijn er in de spelersgroep niet op die manier mee bezig”, legt hij uit. “We zijn ook zo verschillend. Een wedstrijd kan meer om een middenvelder als Donny vragen, als we opportunistischer moeten spelen, zoals in de slotfase tegen Noord-Ierland. Dan is het minder nodig om mij erbij te hebben. Dat vind ik totaal niet erg. Onze kracht is dat we het samen doen. Natuurlijk wil iedereen spelen, alleen het draait om plaatsing voor het EK. Dat is het doel van iedereen, basisspeler of wissel.”

De Roon spreekt van een ‘teken van vertrouwen’ van Koeman dat hij tegen Noord-Ierland weer aan de aftrap verscheen. “Het is makkelijk om te stellen: we kunnen hem alleen gebruiken tegen grotere ploegen. Juist tegen kleinere teams kan je zo een counter om je oren krijgen. De bondscoach kiest voor het elftal waarmee hij het beste resultaat verwacht. Wie er ook speelt, het doel is heel simpel: winnen. En daarmee een grote stap zetten naar het EK.”