‘Internationaal merk ik dat mijn stijl nauwelijks tot discussie leidt’
Bas Nijhuis heeft fans en tegenstanders vanwege zijn manier van fluiten. De scheidsrechter gebaart regelmatig ‘doorgaan’ en deelt in de regel niet snel geel uit in een wedstrijd. Hij zegt in een interview met het Algemeen Dagblad dat hij voorstander is van ‘mannelijk voetbal’ en dat er heel wat mag.
“Nederlandse spelers kijken snel naar de scheidsrechter”, heeft de leidsman gemerkt. “Internationaal merk ik dat mijn stijl nauwelijks tot discussie leidt. Zeker in Engeland zijn ze wel wat gewend, daar kijken spelers vrijwel nooit achterom of de scheidsrechter al gefloten heeft”, zegt Nijhuis in de ochtendkrant. Afgelopen zondag floot hij de wedstrijd Feyenoord-Heracles Almelo en ging niet alles goed.
Zo ontging Nijhuis de elleboogstoot van Simon Gustafson op het lichaam van Mark-Jan Fledderus en gaf hij Ramon Zomer een rode kaart, die later werd geseponeerd door de aanklager. En of het er verband mee hield of niet: vrijdagavond vond Nijhuis zichzelf terug in de Jupiler League bij FC Dordrecht-Sparta. De scheidsrechter zegt dat de situatie met Gustafson voor hem moeilijk waarneembaar was. “Dat heeft niets met mijn manier van fluiten te maken. Dat is echt een andere discussie”, vindt hij.
Nijhuis erkent wel dat hij anders fluit dan in de eerste jaren. Als je jong bent, ben je als arbiter op een andere manier gefocust dan een meer ervaren arbiter. “Je wilt geen fouten maken”, legt Nijhuis uit, “en te allen tijde voorkomen dat het uit de hand loopt. Ik geef nu liever helemaal geen kaarten. En als je wat meer ervaring hebt, krijg je in dat opzicht meer zelfvertrouwen”, aldus de scheidsrechter.