'Italië had mij in 2002 mee moeten nemen, desnoods in een rolstoel'

Roberto Baggio kijkt met een lach en een traan terug op zijn loopbaan als profvoetballer. De nu 43-jarige Italiaan was jarenlang een gevreesd spits en kwam uit voor zeven verschillende clubs. Hij zegt het voetbal nog altijd te missen, ook al dateert zijn laatste wedstrijd alweer van ruim zes jaar geleden. In het shirt van Brescia stopte hij met voetbal tegen AC Milan, maar hij zou zo weer beginnen.

“Stoppen met voetbal was een beetje als sterven”, zegt De Goddelijke Paardenstaart in een interview met het blad Vanity Fair. “Ik had graag door willen spelen tot... tot nu nog, eigenlijk. Ik had graag nu nog gespeeld. Als ik nooit die knieblessure had gehad, was het denk ik anders gelopen. Misschien had het er dan nog wel ingezeten. Maar we hebben maar één verhaal”, aldus Baggio.

De oud-spits maakte in zijn 22 jaar durende loopbaan veel doelpunten voor Vicenza, Fiorentina, Juventus, AC Milan, Bologna, Internazionale en tenslotte Brescia. Ook als international liet hij zich zien en horen, met 27 goals in 56 optredens voor La Squadra Azzurra. Baggio betreurt het nog altijd dat hij er niet bij was in 2002, tijdens het WK in Japan en Zuid-Korea. Toenmalig bondscoach Giovanni Trapattoni liet Baggio links liggen.

“Het zou mijn vierde grote toernooi zijn geweest, en eigenlijk had ik erbij moeten zijn. Voor de carrière die ik had, was het mijn recht om mee te gaan. Ze hadden me moeten selecteren, desnoods in een rolstoel mee moeten nemen. Ronaldo en ik waren net op de weg terug na lange en zware blessures”, herinnert Baggio zich. “Hij werd gekozen voor Brazilië en won het toernooi, ik bleef thuis.”