voetbalzone

Jol vertelt Suárez-anekdote uit Ajax-tijd: ‘Mensen waren toen boos op me’

Erik van Dam09 nov 2013, 08:06
Laatst bijgewerkt: 09 nov 2013, 08:06
Advertentie

Martin Jol en Luis Suárez werkten in het verleden samen bij Ajax. De trainer stapte in 2009 in bij de Amsterdammers, toen Suárez er al twee jaar speelde. Het eerste seizoen van Jol was voor de spits een groot succes, want hij maakte 35 doelpunten in de Eredivisie en zette daarmee een persoonlijk record neer. Toch liet Suárez ook zijn vervelende kant zien, door Otman Bakkal te bijten.

/

In november 2010, een maand voordat Jol weg zou gaan bij Ajax en twee maanden voordat Suárez vertrok naar Liverpool, beet de Uruguayaan tijdens Ajax-PSV Bakkal. Een bizar incident, dat ook Jol nog niet vergeten is. Zaterdag gaat hij met Fulham op bezoek bij Liverpool en moet zijn verdediging alle zeilen bijzetten om Suárez van scoren af te houden. Jol kent de aanvaller goed.

“Buiten het veld is hij heel anders dan erbinnen”, weet de trainer. “Hij is stil, niet uitgesproken, alleen op het veld bevecht hij anderen. Ik weet nog dat hij tijdens het WK als een doelman een doelpunt voorkwam en juichte, toen Ghana de penalty miste. Het is echt een winnaar. Hij is altijd blij voor zijn team en voor anderen, als ze goed spelen. Apart, want normaal hebben spitsen een groot ego. Maar Suárez is een goede jongen.”

/

Jol vertelt in The Guardian dat hij in zijn tijd bij Ajax altijd dacht dat Suárez verder zou gaan bij Barcelona. “Zijn zaakwaarnemer is de broer van Josep Guardiola en hij is altijd aan die club gelinkt. Toen we nog bij Ajax werkten, dachten we altijd dat-ie naar Barcelona zou gaan en vervolgens werd het Liverpool. Als hij eenmaal iets in zijn hoofd heeft, weet ik dat hij daar ook blijft.”

Op de vraag of Suárez altijd al een excentrieke kant heeft gehad, antwoordt Jol: “Wat is excentriek? Je bedoelt iemand bijten? Tja, dat valt niet te ontkennen, want dat deed hij ook in Nederland en hij werd daarvoor meerdere weken geschorst. Dat was wel een probleem. Hij bleef echter mijn aanvoerder en ik weet nog dat ik tegen hem zei: je blijft gewoon mijn aanvoerder. Mensen waren toen heel boos op me, dat ik dat deed. Dus die periode vergeet ik liever.”