Jong Spanje prolongeert EK-titel dankzij hattrick Thiago

Jong Spanje heeft net als in 2011 het EK voor spelers onder 21 jaar gewonnen. De Zuid-Europeanen waren dinsdagavond in de finale met 2-4 te sterk voor recordwinnaar Italië, dat voor de tweede keer in de geschiedenis een Europese finale verloor van Jong Spanje. Thiago Alcántara, nota bene geboren in Italië, maakte een hattrick voor la Furia Roja en Isco bepaalde de eindstand in Jeruzalem. Spanje heeft nu vier eindzeges op jeugd-EK’s achter zijn naam staan; Italië won het toernooi vijf keer.

De ploeg van Devis Mangia, die in de halve finale te sterk was voor Oranje, begon ondanks de status van recordhouder als underdog aan de eindstrijd in Israël, en uiteindelijk waren i Azzurri ook niet opgewassen tegen de klasse van Spanje. De roodhemden begonnen sterk en dominant aan de wedstrijd en openden al na zes minuten de score in het Teddy Stadium. Topscorer Álvaro Morata, die de voorkeur kreeg boven Rodrigo, slalomde zich knap vrij en vond het hoofd van Thiago, die geheel vrijstaand kon binnenkoppen: 0-1. De Italianen, die in 2004 voor het laatst Europees kampioen werden, deden echter al gauw weer iets terug.

Na tien minuten anticipeerde Ciro Immobile goed op een lange bal; hij nam het leder prachtig aan en wipte de bal over David de Gea heen. De ploeg van Julen Lopetegui, die inclusief deze finale in de laatste 25 wedstrijden ongeslagen bleef, incasseerde pas zijn eerste treffer van het toernooi. Daar liet Spanje zich evenwel niet door van de wijs brengen, want men bleef de bovenliggende partij en kreeg op het kwartier twee goede kansen. Morata knalde van dichtbij (nadat de defensie van Italië er weer niet goed uitzag) op Francesco Bardi en de keeper had ook een goede redding in huis op een inzet achter het standbeen langs van Koke.

Italië kreeg voor de pauze nog één goede mogelijkheid, kort voor rust. Alessandro Florenzi vond de ruimte achter de defensie van Spanje en hij dwong De Gea, na een prachtige voetbeweging, tot een snelle reflex. Daarvoor had Spanje de voorsprong alweer hersteld, want Thiago mocht na een halfuur spelen een bal tussen twee centrumverdedigers op zijn borst aannemen en daarna binnen rammen: 1-2. Spanje scheurde Italië langzaamaan uiteen en enkele minuten voor rust werd de marge dan ook vergroot. Cristian Tello verdiende een strafschop na een overtreding van Giulio Donati en Thiago benutte het buitenkansje. De wedstrijd was na 45 minuten al gespeeld.

Spanje liep in de tweede helft verder weg bij Italië, dat niet meer bij machte was om het nog spannend te maken. In het eerste kwartier na rust kreeg Spanje al drie goede mogelijkheden, maar Isco plaatste een bal net naast, Morata deed hetzelfde en Tello vond Bardi op zijn weg. Na 65 minuten was het wel raak voor Spanje: Martín Montoya werd neergehaald in de zestien en ditmaal legde niet Thiago, maar Isco aan vanaf elf meter (1-4). Spanje liet het balletje makkelijk gaan, maar het werd nog wel 2-4 door een knal van Fabio Borini. Dat deed niets af aan de verdiende eindzege van Spanje, dat op 24 maart (Frankrijk, 3-2) voor het laatst een wedstrijd verloor.