Josep Guardiola geconfronteerd met beladen uitspraak van 10 mei 1997
Van Josep Guardiola is bekend dat hij voorstander is van de onafhankelijkheid van Catalonië. De ras-Catalaan annex manager van Manchester City droeg vaak een geel lintje op zijn kleding, waarmee hij zich uitsprak in de discussie rondom Catalaanse onafhankelijkheid, en bracht zelfs een bezoekje aan de Catalaanse gevangenis Lledoners, om de pro-Catalaanse politici die daar vastzitten toe te spreken. De nadrukkelijke politieke voorkeur van de oud-middenvelder zorgt voor verbazing bij onder meer generatiegenoot Santiago Cañizares, maar in Spanje zet men ook vraagtekens bij de uitlatingen van Guardiola inzake de Black Lives Matter-protesten.
Cañizares en Guardiola kennen elkaar al decennia en wonnen samen het voetbaltoernooi op de Olympische Spelen van 1992, met ploeggenoten als Luis Enrique, Albert Ferrer en Abelardo. Guardiola kwam uiteindelijk tot 47 A-interlands voor Spanje. “Ik weet nog uit die tijd dat de politieke mening van Guardiola heel gematigd was. We konden zelfs grappen maken. Als iemand een compleet andere voorkeur had, dan maakten we daar onderling grappen over. Maar altijd met wederzijds respect. Er werd met plezier over politiek gesproken. Een groot verschil met nu, of het nou over Guardiola gaat of niet”, betreurt de oud-doelman van onder meer Valencia.
“Het is nu een grote bende, we tolereren elkaar niet meer over het algemeen”, doelt Cañizares op de politieke situatie in Spanje. “Guardiola zei dat hij verliefd op Catalonië was, meer niet. Bij het nationale elftal heb ik nooit gezien of gemerkt dat hij er zich niet thuisvoelde. Niemand niet, alleen Oleguer Presas. Hij kwam en vertelde Luis Aragonés (toenmalig bondscoach, red.) dat hij niet meer geselecteerd wilde worden. Hij is de enige die daar de ballen voor had. Dat heb ik Guardiola nooit zien doen. Hij was toentertijd altijd blij om geselecteerd te worden en voor Spanje te spelen. Eén keer huilden we zelfs na een nederlaag. Hij wilde altijd voor Spanje spelen.”
Slecht gevoel
Cañizares vindt het dan ook moeilijk als Guardiola op de televisie of de radio over de politieke situatie in Spanje praat. “Ik vind het absoluut niet leuk als Guardiola negatief over Spanje praat. Ik houd er een slecht gevoel aan over. Omdat hij het is. We hebben samen gehuild toen we op het WK van 1994 werden uitgeschakeld. Ik weet niet wanneer zijn hersenen zijn gemuteerd. Maar dat geldt voor een groot deel van de maatschappij. Voorheen kon je nog over politiek discussiëren, je kon er grappen over maken. Je kon er zelfs van genieten. Nu zijn we niet eens meer in staat om kritisch te zijn op onze eigen partij. Op welk moment zijn we van onze hersenen beroofd?”
“Op welk moment heeft Guardiola een mutatie ondergaan? Waarom zegt hij zulke dingen? Wat is de noodzaak? Hij heeft niet zo’n hart, het is geen slechte jongen. Ik weet niet wie zijn politieke brein beheert, ik begrijp het gewoon niet.” Cañizares en Guardiola hebben geen enkel contact meer. “Ik zit in een groepsapp waarin iedereen van de Olympische Spelen in 1992 zit. Iedereen, op één na: Guardiola. Waarschijnlijk omdat hij de meest beroemde persoon van dit moment is. Het is geen kritiek, ik weet heus wel dat hij veel stress heeft en geen tijd heeft voor dat soort dingen.”
Roberto Carlos
Guardiola kwam deze week al in het nieuws omdat hij woensdagavond na het duel met Arsenal (3-0) aangaf dat ‘blanke mensen hun excuses moesten aanbieden voor de manier waarop ze zwarte mensen de afgelopen vierhonderd jaar hadden behandeld’. Een uitspraak waar in Spanje nogal met gefronste wenkbrauwen op werd gereageerd. Op 10 mei 1997, nadat Roberto Carlos als speler van Real Madrid zijn eerste Clásico had gespeeld, reageerde de middenvelder van Barcelona achteloos toen de Braziliaan door de aanhang van de Catalanen racistisch werd bejegend. “Elke keer als ik of Clarence Seedorf de bal raakte, maakte het publiek apengeluiden. Andere steden in Spanje hebben dit probleem niet. Alleen Barcelona lijkt problemen met racisme te hebben”, zei Roberto Carlos, die onder meer ‘puto chimpansee’ werd genoemd.
“Die man praat veel. Te veel”, reageerde Guardiola. “Het hele jaar door heeft hij het er al over, terwijl hij nog maar pas in Spanje is. Hij kent zijn hobby niet, hij kent de gevoeligheden niet.” Barcelona deed zelf destijds weinig tegen racisme. Ook in de daarovolgende Clásico mochten racistische spandoeken zelfs blijven hangen. Bekend is het spandoek waarop Roberto Carlos weliswaar niet expliciet werd benoemd, maar waar met termen als ‘makaak’ en ‘copito’ (verwijzend naar de albinogorilla die gehouden werd in de dierentuin van Barcelona, red.) ogenschijnlijk naar de Braziliaan werd verwezen.