Klaassen: ‘Ik denk dat iedereen dat wel een keer tegen Brobbey gezegd heeft’
Ajax won donderdagavond in eigen huis met de nodige moeite van Willem II. Dankzij een doelpunt en een assist van de ingevallen Brian Brobbey slaagden de Amsterdammers erin om een 3-1 zege te boeken. Davy Klaassen gaat na afloop op de persconferentie in op vragen van Voetbalzone over Brobbey en diens contractsituatie, aangezien de achttienjarige spits in het bezit is van een aflopende verbintenis.
Door Kalum van Oudheusden
“Op de trainingen is hij ook stoïcijns, ik vind hem een leuke jongen. Hoe hij er vandaag inkomt... Dat is hoe je wil dat invallers erin komen, dat maakt het verschil. Ik ben blij voor hem, blij dat hij bij ons is en ik hoop natuurlijk dat hij blijft. Ik denk dat iedereen wel een keer tegen Brobbey gezegd heeft: ‘Teken nou bij, jongen’. Alleen is dat zijn eigen keuze, zo gaat dat. Wij hopen allemaal dat hij blijft, hij heeft laten zien dat we hem goed kunnen gebruiken”, geeft Klaassen te kennen over Brobbey. Zegt de jonge aanvaller wat terug als hem gevraagd wordt om bij te tekenen?
“Dan lacht hij en houdt hij zich een beetje op de vlakte. Dat is ook logisch, dit is een ding dat hij uiteindelijk met zijn omgeving moet beslissen”, antwoordt Klaassen. Ajax had Brobbey hard nodig Willem II en ook de 27-jarige middenvelder constateert dat de Amsterdammers het lastig hadden. “Ik zie dat we veel beter kunnen en moeten, maar tegelijkertijd is er een soort spirit dat we wedstrijden nog kunnen draaien. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt en het is niet de eerste keer dat invallers dit doen.”
“Ik denk dat dit een groot verschil kan maken in de competitie. We hebben niet 12 of 13 spelers die we kunnen gebruiken, maar 20 tot 25 jongens. Zeker als je veel speelt in een maand, heb je alle spelers nodig”, vervolgt Klaassen. Er wordt vervolgens gevraagd of de spelers van Ajax de verplichting tegenover de fans voelen om een aantrekkelijke wedstrijd op de mat te leggen, ondanks dat er geen toeschouwers in het stadion aanwezig zijn.
“Als je bij Ajax speelt, heb je altijd de verplichting om een mooie wedstrijd op de mat te leggen”, reageert de middenvelder. “Naar de fans, naar jezelf. Op dit moment heb je tijdens de wedstrijd minder die push die je ervan doordringt als je slecht speelt, dat het publiek begint te fluiten bijvoorbeeld. We bespreken genoeg in de kleedkamer, er zijn jongens die hun mond opentrekken. Dat is alleen maar goed. Tijdens zo’n wedstrijd ben je in je bubbel en is het moeilijk daaraan te denken.”