Koeman: ‘Ik zag hem paar dagen terug tegen Engeland nog wandelen’
Terwijl het Nederlands elftal vrijdag tegen Engeland nog een matige indruk achterliet, was daar maandagavond tegen Portugal geen sprake meer van. In Genève werd met 0-3 afgerekend met regerend Europees kampioen Portugal en de pers kwam daarna bijna superlatieven tekort, zag ook bondscoach Ronald Koeman: “Het gaat snel in Nederland”, geeft hij aan in gesprek met Voetbal International.
Koeman denkt dat vooral in de instelling van de spelers het grote verschil zat tussen de eerste en tweede interland onder zijn leiding. Als voorbeeld haalt de bondscoach Memphis Depay aan: “Die zag ik tegen die Portugezen hard werken voor het team, zijn taken uitvoeren bij balbezit en balverlies, terwijl ik hem een paar dagen ervoor tegen die Engelsen zag wandelen. En hij niet alleen. Wij kwamen in een fase van dat duel dertig seconden niet eens in beeld doordat we liepen te wandelen. Dat kan niet, dat is echt niet meer van deze tijd.”
Naast die instelling hoopt Koeman dat hij met zijn speelplan het verschil kan maken. De bondscoach beaamt dat Oranje op dit moment op sommige posities kwaliteit tekort komt ten opzichte van de toplanden, maar denkt ook dat het niet onmogelijk is om toch van deze tegenstanders te winnen: “We wisten hoe Portugal zou spelen, dat ze met twee middenvelders tegen drie van ons zouden komen te staan en niet gingen doordekken, zodat wij een overtal situatie konden creëren op het middenveld als iedereen zou meedoen, we dúrfden te voetballen én kwaliteit zouden tonen aan de bal.”
In mei en juni volgen nog de oefenwedstrijden tegen Slowakije en Italië, waarna Koeman toe gaat werken naar de Nations League en het begin van de kwalificatie voor het EK van 2020. De bondscoach wil in die periode bouwen aan een sterk team en hoopt dat zijn spelers met de overwinning tegen Portugal een stap hebben gezet: “Ze hebben hard gewerkt en na alle kritiek van de laatste maanden, mogen ze nu even genieten. Ik denk dat zij nu ook beseffen dat deze manier een basis is om ons te gaan plaatsen. Want dat is wel het doel voor 2020.”