Kopballen De Jong helpen Oranje op weg in Jakarta

Het Nederlands elftal is de exotische oefentrip in Azië voortvarend van start gegaan. Indonesië, de nummer 170 van de wereldranglijst, bleek als verwacht een aantal maatjes te klein en had in het Stadion Utama Gelora Bung Karno in Jakarta vrijwel niks in te brengen. Omdat de échte wil en scherpte ontbrak bij Oranje, viel de score desondanks niet hoger uit dan een plichtmatige 0-3. Siem de Jong kroonde zich tot de onbetwiste man van de wedstrijd: als invaller nam hij na rust de eerste twee treffers van het Nederlands elftal op zich. Arjen Robben zorgde voor de eindstand.

Gesteund door 80.000 uitzinnige fans, het op twee na hoogste aantal toeschouwers ooit tijdens een oefenduel van Oranje, begon het thuisland met een tomeloos enthousiasme aan de ontmoeting. Meer dan dat was het ook niet, want al snel werd duidelijk dat de Aziaten iedere vorm van kwaliteit ontbeerden om het Nederland echt lastig te maken. Het publiek had dat ook snel door en liet zich met name horen wanneer wereldster Robin van Persie de bal beroerde. Heel veel meer dan dat viel er ook niet te beleven in het eerste deel van de wedstrijd. Een vroeg doelpunt van Wesley Sneijder werd afgekeurd wegens buitenspel, maar daar hield het ook meteen mee op. Pas na een half uur spelen werd het wat interessanter.

Dat kwam met name door het lage tempo van Nederlandse zijde en de redelijke organisatie rond de zestien van de Indonesiërs. Het inbrengen van Robben, die al vroeg de geblesseerde Jeremain Lens afloste, bracht daar een lichte verandering in en gaandeweg het eerste bedrijf kwamen er toch kansen. Van Persie deed zijn naam als ijskoude goalgetter echter geen eer aan: de spits had Oranje tot drie keer toe op voorsprong móeten helpen, maar bleek zijn vizier niet op scherp te staan. Zo kopte hij uit vrijstaande positie over, mikte hij niet veel later te hoog met zijn wreef, om op slag van rust recht op doelman Kurnia Hermansyah te schieten. Ondanks het matige spel had Nederland met een ruime voorsprong de kleedlokalen op moeten zoeken.

Indonesië, dat gelegenheidsdoelman Jasper Cillessen in de eerste helft niet een keer serieus onder vuur nam, hield daardoor de hoop op een stunt in leven. In de tweede helft bleek dat echter tegen beter weten in. Oranje, met nieuwelingen als De Jong en Ricky van Wolfswinkel in de ploeg, schakelde na rust een tandje bij en profiteerde van de vermoeidheid die langzaam maar zeker vat begon te krijgen op de opponent. Op nog eens tien fanatieke minuten van de Indonesiërs na, was Oranje dan ook heer en meester. Het leidde na 57 minuten spelen tot de dikverdiende 0-1. Uitgerekend invaller De Jong kopte afgemeten raak na een afgemeten voorzet van Ruben Schaken.

Daarmee was het duel min of meer gespeeld. Voor het gastland zat er weinig anders op dan proberen de schade te beperken, terwijl Nederland in alle rust op jacht ging naar nog een treffer of twee à drie. Tien minuten na zijn eerste was het opnieuw De Jong die doel trof. Dit keer kon hij van dichtbij inkoppen na een door Schaken verlengde voorzet van Robben. Na die 0-2 geloofde ook Oranje het wel. Via schoten van afstand van onder meer de prima spelende debutant Jens Toornstra en Robben werd Hermansyah nog wel meermaals op de proef gesteld, maar de doelman leek zijn doel verder schoon te houden. In de slotminuut knalde echter ook Robben nog van dichtbij hoog en hard raak: 0-3.