Luuk Brouwers haalt hard uit naar Heerenveen-publiek: ‘Voelt als een mes in je rug’
Het gelijkspel van sc Heerenveen tegen hekkensluiter RKC Waalwijk doet veel pijn bij aanvoerder Luuk Brouwers. De middenvelder van de Friezen laat dat na afloop voor de camera van ESPN flink blijken en komt ook met een hard verwijt naar de eigen supporters in het Abe Lenstra Stadion.
Lang leek Heerenveen vrijdagavond op weg naar een belangrijke driepunter tegen RKC. Nadat Levi Smans de openingstreffer had gemaakt, duurde het tot aan de extra tijd van de tweede helft voordat er weer een doelpunt viel. Die viel voor Heerenveen wel aan de verkeerde kant. Mohamed Ihattaren zorgde met zijn eerste Eredivisietreffer voor RKC vanaf elf meter voor de 1-1.
“Dit doet heel veel pijn”, reageert Brouwers na afloop. “Vanaf moment één zit er een bepaalde onzekerheid in, een bepaalde twijfel. Dat is gewoon pijnlijk om te zien. Het gaat mij helemaal niet om fouten maken, want dat gebeurt op het hoogste niveau ook”, richt de middenvelder zich tot zijn eigen ploeg.
Brouwers denkt dat zijn ploeg geen fouten meer durft te maken, vanwege alles wat er over Heerenveen wordt geschreven. “We hebben een jonge groep, dus dat zal voor veel jongens wel wat doen. We zijn in eigen huis nog steeds ongeslagen, maar dit voelt als een nederlaag.”
Vervolgens haalt Brouwers hard uit naar het Heerenveen-publiek. “Het zit hem ook in de sfeer in het stadion. Aan het begin van het jaar zeiden ze: ‘Oh, wat een voetbal!’ en nu wordt er gefloten. In mijn ogen staan er elf jongens die zich helemaal de tering inwerken.”
“Wij zitten in een fase dat we steun nodig hebben”, vervolgt hij zijn klaagzang. “Dan kan het niet zo zijn dat een jongen die niet op het veld staat (Simon Olsson, red.) de hele wedstrijd wordt toegezongen. Dat terwijl de rest zich de tering inwerkt, ook voor hun. Dat doet pijn.”
“Simon Olsson kan er ook niks aan doen, maar we hebben de supporters nodig. Ergens voelt het als een mes in je rug, als er alleen maar wordt geroepen om een speler die op de bank zit. Dat wilde ik even zeggen, voordat ik weer volledige kritiek over me heen krijg”, besluit Brouwers.