Marco van Basten komt plots met heel ander geluid over optreden Frenkie de Jong bij Nederlands elftal
Marco van Basten vindt alle lof voor Frenkie de Jong wat overtrokken, zo vertelt de analyticus zondagavond bij Ziggo Sport. Volgens de voormalig topaanvaller moet hij in de opbouw niet continu het spel naar hem toetrekken.
Oranje won vrijdag vrij probleemloos van de Hongaren. Dankzij doelpunten van Wout Weghorst, Cody Gakpo, Denzel Dumfries en Teun Koopmeiners won de nationale ploeg met 4-0. Over de uitslag was Van Basten wel te spreken.
“Het is in deze reeks een knappe prestatie”, meent Van Basten, die dan wordt gevraagd of hij het spel ook goed vond. “Het zag er op zich prima uit, ze hebben zat gecreëerd. De tegenstander krijgt natuurlijk ook wel kansen, maar dat is voetbal.”
“Aan de bal wilden ze naar voren, wilden ze wat creëren”, analyseert de voormalig Gouden Bal-winnaar het spel van Ronald Koeman zijn ploeg. “Ik vond het over het algemeen een prima wedstrijd. Je ziet ook dat ze druk geven, aan de bal is er beweging en dat zijn wel positieve dingen.”
“Ik vind het team nu ook breed, dus met de invallers hoeft het niet minder te worden. Dat is ook een teken van een goed team”, meent Van Basten. Dan komt De Jong ter sprake. De middenvelder van FC Barcelona keerde na heel lang blessureleed weer terug bij de nationale ploeg.
“Ik vond dat er overdreven veel aandacht was voor Frenkie”, aldus de topspits van weleer. “Dat is dan degene die het voetbal maakt, de opbouw en dergelijke, maar dat vind ik dus niet.”
“Dat doet hij wel goed, maar dat moet je veel meer met zijn allen doen en dat doe je niet enige”, is Van Basten kritisch op het spel van de spil van Oranje. “Ik vind wel dat hij goed overzicht heeft aan de bal en daar is het Nederlands elftal gebaat bij.”
Dan worden er beelden getoond van De Jong zijn passing en zijn karakteristieke wegdraaien. “Er zijn veel mer jongens die ook deze passes kunnen geven. Dat wegdraaien doet hij goed, maar dat kun je niet telkens aan hem ophangen. Als je met zijn drieën tegen één staat, dan moeten die andere twee niet gaan denken: hij zoekt het maar uit. Je moet het van achteruit met elkaar blijven doen”, besluit Van Basten.