‘Mijn idool was Litmanen: een geweldige voetballer, een bescheiden man’
NIJMEGEN - Begaafdheid, op welk gebied dan ook, is een geboortegeschenk. Een ijzersterke mentaliteit is vervolgens de sleutel tot succes om talent te belonen met resultaten. Dat geldt voor succesvolle zakenmensen, popsterren, maar zeker ook voor grootheden in de internationale voetbalarena’s zoals Cristiano Ronaldo en Lionel Messi. De mooie acties die deze virtuozen het publiek voorschotelen zijn het resultaat van zelfinvestering tot in den treure, om op deze manier perfectie te benaderen.
Door QASIM HAKIM
Iedere ambitieuze voetballer streeft naar zijn persoonlijke top, zo ook Navarone Foor. Speler uit de eigen jeugdopleiding van NEC en voor de begrippen van voetbalminnend Nijmegen een absolute groeibriljant. Vorig seizoen debuteerde hij in het eerste elftal, tijdens het openingsduel met sc Heerenveen. “Toen ik erin kwam stonden we met 2-0 achter, maar het werd uiteindelijk 2-2. Zelf was ik betrokken bij de gelijkmaker”, roept Foor in herinnering in de brasserie van De Goffert na de morgentraining. Zijn debuut in Friesland was een beloning voor het harde werken tijdens zijn tienerjaren. Foor wist na de jeugdopleiding door te stoten naar de hoofdmacht en zich in het seizoen 2011/12 op te werken tot basisspeler. Dit, in navolging van zelf opgeleide spelers als Jasper Cillessen en Bram Nuytinck.
“Ik was negen jaar toen ik ontdekt werd door NEC. Mijn broer Ernesto, inmiddels 24, speelde al voor NEC. Hij heeft het uiteindelijk niet gehaald door een slepende knieblessure. Bij wedstrijden van hem stond ik altijd langs de lijn een balletje hoog te houden, hopend dat de trainers mij zouden zien. Zo is het begonnen”, lacht de Nederlander met Molukse roots. Vanuit de amateurs van Sparta’57 in Opheusden mocht hij als jochie in de grote stad gaan voetballen. De talentenjagers hadden met de komst van Foor zeker een beloftevolle prooi te pakken, maar het avontuur van de kleine Navarone bevond zich pas op de eerste bladzijde van hoofdstuk één. Hij had zijn plek veroverd tussen de talenten in het zuiden van Gelderland; vervolgens moest hij zich staande zien te houden. “Je moet alles over hebben voor het voetballen. Al ben je op technisch en tactisch gebied de allerbeste, alles draait om iedere dag tot het uiterste te gaan. Ik zat op het VMBO in dezelfde klas als Mickey van der Griend, een groot talent.”
“Mickey speelde in de spits, ik stond daarachter als aanvallende middenvelder. We vormden een sterk duo en doorliepen samen de gehele jeugdopleiding. Mickey was echt goed, alleen liet hij dat niet iedere dag zien. Soms kwam hij niet opdagen, omdat hij er geen zin in had. Uiteindelijk heeft hij het ook niet gehaald; hij viel af als A-junior. Echt jammer, want hij had de kwaliteiten om profvoetbal te spelen”, zegt Foor. Hij had zelf dan ook een toepasselijk idool wanneer je zijn woorden bestudeert. “Jari Litmanen, een geweldige voetballer en een bescheiden man. Hij verzaakte nooit en je zag bij hem continu de beheersing als voetballer.” Saillant detail is dat de Fin voor zijn komst naar Ajax werd afgetest door PSV, Leeds United en Barcelona, maar doorging tot de laatste snik en in Amsterdam wel uitgroeide tot een voetballer van wereldklasse.
De volhardende Foor redde het in tegenstelling tot zijn vriend Mickey wel en kende zoals reeds aangehaald een succesvolle entree. “Na die wedstrijd tegen sc Heerenveen ging het steeds beter, dan gaan je onbewust zweven. Het loopt allemaal lekker, alles lukt”, geeft hij aan. Foor speelde zich in de kijker van bondscoach Cor Pot en werd geselecteerd voor Jong Oranje. Daarnaast zou FC Twente interesse hebben getoond, iets dat Foor naar het rijk der fabelen verwijst. “Daar weet ik niets van. Ik weet niet wie dat heeft geschreven, maar het klopt bij mijn weten niet. Ik kreeg dus wel een uitnodiging voor Jong Oranje en het verwachtingspatroon werd almaar hoger.”
“Zoals iedere jonge voetballer heb ik een terugval gekregen. Hetzelfde kan ook gebeuren met Jean-Paul Boëtius en Tonny Vilhena van Feyenoord. Geweldige spelers van wie nu al heel veel wordt verwacht, terwijl ze nog ontzettend jong zijn. Dat is niet altijd eerlijk.” Foor werkt nog altijd aan zijn comeback en behoort momenteel niet tot de basiself, maar blijft optimistisch. “Ik zal er binnenkort weer staan”, belooft hij. “Alex Pastoor heeft ook het volste vertrouwen in mij en geeft me de tijd. Hij past perfect bij deze groep met jonge spelers.” Met de komst van Erik Falkenburg tijdens de winterstop heeft Foor er een concurrent bij gekregen. “Dat maakt een speler scherper. Het is een cliché, maar wel de waarheid in mijn geval. De komst van Erik benader ik als iets positiefs. Het is logisch dat hij meteen speeltijd krijgt als aanwinst.”
Foor zegt eigenlijk maar één ding voor ogen te houden. “Altijd leven als een prof. Voldoende slapen, dus in mijn geval ’s avonds op tijd naar bed gaan. Daarnaast is je leefomgeving belangrijk. Zelf woon ik nog thuis bij mijn ouders, dat geeft veel rust. En gezond eten, daar ontkom je helaas niet aan.” Foor schiet in de lach. “Groenten zijn noodzakelijk, maar lekker vind ik het niet. Ik prop ze altijd zo snel mogelijk in mijn mond. Soms met de tranen in mijn ogen. Ze kunnen je net zo goed bladeren geven, dat is volgens mij het hetzelfde. Nee, ik ben geen groentemens”, zegt hij. Foor neemt zijn ‘fobie’ voor lief, want alles staat in het teken van slagen als voetballer. “Ik moet me eerst weer terug in de basis zien te knokken. NEC heeft mij de kans heeft gegeven profvoetballer te worden. Daar wil ik iedereen binnen en rondom de club voor belonen.” Ooit ook in de vorm van een transfersom. “Ik leg de lat zo hoog mogelijk, maar als ik ooit vertrek dan moet NEC er wel beter van worden.”