Nederland plaatst zich voor derde keer voor WK-finale
Nederland heeft zich dinsdagavond voor de derde keer in de geschiedenis geplaatst voor de finale van het WK. De equipe van bondscoach Bert van Marwijk ontdeed zich in Kaapstad van een stug Uruguay en is nog maar één wedstrijd verwijderd van mondiale roem: 3-2. In de finale van zondagavond zal Duitsland of Spanje de laatste opponent zijn. Giovanni van Bronckhorst, Wesley Sneijder en Arjen Robben kwamen tot scoren. Sneijder is door zijn doelpunt zelfs gedeeld WK-topscorer. De Spanjaard David Villa, die woensdag in actie komt, scoorde ook vijf keer.
Nederland had in de eerste vijftien minuten moeite met het compacte spel van Uruguay, dat zich in aanvallend opzicht echter amper liet gelden. Toch had Dirk Kuyt de wedstrijd al in de vierde minuut uit balans kunnen brengen. Fernando Muslera schatte een voorzet van Sneijder verkeerd in en stompte de bal in de voeten van Kuyt. Zijn inzet zeilde over het doel van Uruguay. Een schitterende inzet van Van Bronckhorst bracht Oranje in de achttiende minuut alsnog op 0-1. De poeier vanaf 35 meter eindigde prachtig in de rechterkruising.
De openingstreffer deed Oranje echter geen goed. Uruguay ontbeerde weliswaar creativiteit, maar wist desondanks in het restant van het eerste bedrijf goed tegenstand te bieden. Als beloning volgde vijf minuten voor rust de gelijkmaker. Een doelpunt dat net zo onverwacht kwam als de magistrale knal van Van Bronckhorst. De inzet van afstand van Diego Forlán ging net over het hoofd van John Heitinga en verraste doelman Maarten Stekelenburg volledig door zijn aparte eindcurve: 1-1. Toch had Oranje beter moeten weten. Forlán maakte immers drie van zijn vier doelpunten in Zuid-Afrika van buiten het zestienmetergebied.
Met Rafael van der Vaart in de plaats van Demy de Zeeuw hoopte Van Marwijk in de tweede helft meer grip op het middenrif te krijgen. De eerste kans na rust was echter voor Uruguay. Van Bronckhorst voorkwam in de doelmond met het hoofd dat een inzet van Álvaro Pereira nadelige gevolgen had. Oranje werd bij tijd en wijle zelfs gedwongen tot countervoetbal, maar wist toch uit de houdgreep van Uruguay te ontsnappen. Van der Vaart stuitte op Muslera en zag hoe de rebound van Arjen Robben evenmin doel trof. Sneijder kreeg de bal luttele minuten later wel achter Muslera. Zijn schot werd door een verdediger van richting veranderd en niet door Van Persie, die buitenspel stond, aangeraakt. De bal paste precies in de rechterhoek: 2-1.
Een fantastische kopbal van Robben zorgde één minuut later zelfs voor een dubbele voorsprong van Oranje. Na een voorzet van Kuyt gaf Robben de bal de juiste richting mee en hielp de linkerpaal een handje mee: 3-1. Daarmee was het verzet van Uruguay definitief gebroken. Óscar Tabárez bracht Sebastián Abreu in voor Diego Forlán, maar ook met El Loco binnen de lijnen was Uruguay niet in staat om de nadelige marge ongedaan te maken. Een rake inzet van Maxi Pereira zorgde wel voor een spannende blessuretijd, maar daar bleef het bij.