Nieuwe club Michael de Leeuw is geen sportieve stap vooruit
Aan het eind van het seizoen loopt Michael de Leeuw uit zijn contract bij FC Groningen. De aanvaller wordt na de zomer dertig en heeft zeker nog een paar goede jaren te gaan in zijn voetballeven. De Trots van het Noorden heeft hem een aanbieding gedaan tot contractverlenging, maar deze heeft de aanvaller niet overtuigd bij te tekenen. Na vier seizoenen Euroborg zal hij zijn heil ergens anders gaan zoeken. Met trainer Erwin de Looi had hij de nodige frictie, maar de komst van nieuwe trainer Ernest Faber heeft blijkbaar geen verschil uitgemaakt voor zijn beslissing. Met nog een paar wedstrijden te gaan, staat de teller op 133 officiële duels en 54 doelpunten.
Vorig seizoen was De Leeuw dicht bij een transfer naar het Chinese Jiangsu Sainty, maar door het uitblijven van een bankgarantie trok FC Groningen de stekker uit die overgang. In eerste instantie baalde hij hiervan, maar achteraf was hij blij dat hij gebleven is. Met FC Groningen won hij de KNVB Beker, speelde 85 minuten in de finale en voegde daarmee de eerste prijs op het hoogste niveau toe aan zijn palmares. Door de bekerwinst mocht Groningen dit seizoen zes keer aantreden in de Europa League. Het aandeel van De Leeuw bleef hierin beperkt tot een totaal van 193 minuten, mede door een rode kaart bij Slovan Liberec die hij kreeg voor het per ongeluk in het gezicht schoppen van een tegenstander.
De profcarrière van De Leeuw begon bij Willem II, maar hier kwam hij niet verder dan het beloftenelftal. In het seizoen 2009/10 stapte hij over naar SC Veendam en wist hij met rugnummer tien 39 goals te maken in 71 wedstrijden. Vervolgens speelde hij zijn eerste seizoen Eredivisie bij De Graafschap en maakte tien goals. Toen de club uit Doetinchem aan het eind van dat seizoen degradeerde, pikte FC Groningen de speler op voor een luttele 125.000 euro. In het noorden groeide De Leeuw met zijn harde werken, energieke karakter en neusje voor de goal uit tot publiekslieveling.
In vier seizoenen bij de groen-witten werd hij afwisselend gebruikt als aanvallende middenvelder, schaduw- en centrumspits. Het eerste jaar onder Robert Maaskant speelde hij alles, maar Van de Looi passeerde hem bij tijd en wijlen en liet hem regelmatig invallen. Opvallende statistiek is dat De Leeuw in de zeventien wedstrijden waarin hij pas in de slotfase het veld betrad, liefst zeven goals maakte. Met zulke cijfers is hij zo ongeveer de belichaming van de term supersub.
De Leeuw staat echter niet bekend als iemand die graag op de bank zit. Een basisplaats veroveren bij een club in Nederland die bereid is meer te betalen dan zijn huidige club, lijkt alleen niet erg voor de hand liggend. Alleen een gevoelige overstap naar streekgenoot sc Heerenveen of het wankelende FC Twente zouden opties kunnen zijn, maar of ze in het Abe Lenstra Stadion of De Grolsch Veste bereid zijn meer te betalen dan in de Euroborg lijkt onwaarschijnlijk. ADO Den Haag zou ook een kandidaat kunnen zijn, maar de financiële slagkracht van die club is niet erg helder op dit moment. Wat dat betreft had de aanvaller misschien beter voor zijn kans kunnen gaan onder Faber.
De loopbaan van De Leeuw is waarschijnlijk ook niet overtuigend genoeg om interesse te wekken van een sportief interessante buitenlandse club waar hij wekelijks aan spelen toe zal komen. De enige optie is een paar jaar cashen in een competitie waar je over het algemeen niet voor je plezier naar toe gaat, mocht een dergelijke club zich opnieuw melden. Voor De Leeuw zelf is het wellicht het beste een bijrol te accepteren. Als invaller is hij erg bruikbaar om vastgeroeste wedstrijden open te breken en een team op sleeptouw te nemen. Karakterologisch zou hij met zijn werklust een aanvulling kunnen zijn voor clubs als AZ en Vitesse, zeker nu hij gratis op te halen is.