Ola John: ‘Ze moesten er bij Benfica om lachen en wezen op Di María’
Ola John breekt in zijn eerste seizoen bij Benfica al door. De Portugezen haalden hem voor een fors bedrag naar Lissabon, maar het duurde enige tijd voordat John echt kansen in wedstrijden kreeg. Dat was echter niet omdat trainer Jorge Jesus het niet in hem zag zitten: het was van het begin af aan al de bedoeling dat John langzaam gebracht zou worden bij Benfica. Dat ziet hij nu zelf ook zo.
Dat John pas eind oktober een kans van zijn coach kreeg, vond hij in het begin niet prettig. “Hij wilde me niet voor de leeuwen gooien, als ik er nog niet klaar voor was. Dat zou gevaarlijk zijn vanwege mijn prijskaartje en de hoge verwachtingen. Ik moest eerst de tijd krijgen om me aan te passen”, geeft de ex-vleugelspeler van FC Twente aan. In Voetbal International erkent hij dat dat niet zo makkelijk voor hem was. “Ik wil altijd spelen en dat heb ik ook gezegd. Bij Benfica moesten ze daarom lachen en wezen ze op Ángel di María.”
‘Die werd net als ik op jonge leeftijd naar de club gehaald. Die mocht in zijn eerste seizoen dertien keer in de basis beginnen en in zijn tweede seizoen twaalf keer. Vervolgens werd Di María voor 33 miljoen euro aan Real Madrid verkocht. Benfica speelt zestig wedstrijden per seizoen, dus speeltijd krijg je altijd”, weet John nu. Trainer Jesus stelde hem inmiddels in zes competitieduels op in de basis en gaf John drie basisplaatsen en één invalbeurt in de Champions League.