Onana en Sol tipten aanwinst: ‘Ik ken de ambities van de club’
Aitor Cantalapiedra en Ricardinho hebben zich deze week officieel aangesloten bij FC Twente. De 22-jarige Spaanse aanvaller en 33-jarige Braziliaanse verdediger, afkomstig van respectievelijk Sevilla B en Oxford United, laten op de site van hun nieuwe werkgever weten dat ze benieuwd zijn hoe zij het er vanaf gaan brengen in het Nederlandse voetbal.
“Ik ken de ambities van de club en ik wil FC Twente helpen weer terug te komen”, aldus Cantalapiedra, die eerder actief was voor Barcelona en zelfs minuten mocht maken in het Camp Nou. “Supporters die ik de laatste dagen tegenkwam, gaven me een warm gevoel, erg fijn. Ik ken FC Twente natuurlijk nog uit de tijd dat ze in Europa speelden, zoals van de wedstrijden tegen Villarreal en Levante."
“Hier wordt het voetbal gespeeld dat heel goed bij mij past, in Nederland wordt er altijd voetballend gedacht en dat hoort bij mij. Voor mijn komst naar FC Twente heb ik natuurlijk met Ted van Leeuwen en de trainers gesproken, maar ook met Fran Sol en André Onana. Sol is een goede vriend van mij, we hebben bij Villarreal samengespeeld en Onana ken ik van Barcelona. Ik weet ook van hen dat Nederland een goede plek is voor jonge spelers.”
Ricardinho is trots dat hij zich speler van FC Twente mag noemen. “Een aantal jaar geleden heb ik ook met Ted van Leeuwen gesproken om naar Nederland te komen, maar toen was het niet mogelijk. Ik speelde toen bij Malmö. Dat ik hier nu alsnog ben, geeft me een heel goed gevoel. FC Twente is een grote club en dan is het niet moeilijk om voor zo'n nieuwe stap te kiezen.”
“Ik was deze week in het stadion en wanneer je al die foto's van de spelers ziet die hier gespeeld hebben, is dat indrukwekkend”, aldus de veteraan, die net als de Spanjaard gaat voor promotie. “Ik heb zes jaar in Zweden gewoond en het leven hier is vergelijkbaar, dat bevalt me wel. Ook met al die fietsen hier in Nederland, ik denk dat ik binnenkort fietsen koop voor mij en mijn familie”, lacht hij. “Heerlijk met dit mooie weer.”