Onverstandige taal van Bert van Marwijk over uitgefloten Robben
De mini-affaire met Arjen Robben versterkte nog eens het bespottelijke karakter van de oefenwedstrijd tussen Bayern München en het Nederlands elftal. Een deel van de 33.000 toeschouwers reageerde met gefluit zijn frustraties af over de gemiste strafschop tegen Chelsea. Op zich kinderachtig en flauw, maar ook wel weer gebruikelijk in het voetbal. Ook de betalende kijker heeft het recht zijn teleurstelling te uiten.
De KNVB wond zich veel te veel op over de behandeling van Robben in de eigen Allianz Arena. Kees Jansma, perschef bij Oranje, stuurde Mark van Bommel haastig naar de televisie voor een statement namens het Nederlands elftal. Tegen zijn oude club kwam de aanvoerder gedurende de lange en zinloze negentig minuten niet in actie, maar na afloop dook hij onverwacht op voor de camera. Net als Bert van Marwijk, Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart had Van Bommel zich enorm geërgerd aan het wangedrag van een groepje Duitse fans. Wat hem betreft, moest Robben nog maar eens goed nadenken of hij zijn net verlengd contract niet beter kan versnipperen. Hij wist het wel; rap wegwezen uit het ineens vijandige Beieren. Hoe dom en onjuist!
Een typisch staaltje van collegialiteit, dat wel. Maar bepaald geen verstandige taal. Het gefluit verflauwde naar mate het einde naderde en de lichte aanmoedigingen overstemden geleidelijk aan de antistemming jegens Robben. Terecht merkte Jupp Heynckes, trainer van Bayern, op dat zoiets meer gebeurt in de sport. Het waait vanzelf wel over. Over een week is al die negatieve aandacht alweer verdampt. Frappant genoeg gingen Marco van Basten en Wim Kieft in de studio van SBS niet mee in het gehuil van Oranje. Dit is nu een item, maar over een week hebben we het er niet meer over, luidde de wijze boodschap. Dat klonk een stuk volwassener dan de collectieve verontwaardiging van de internationals. Een beetje relativeren had geen kwaad gekund in het opgefokte kamp van het Nederlands elftal.
Voor de rest was de nabeschouwing van Van Marwijk realistischer. Hij spaarde de zwakke prestatie van de twee verschillende opstellingen gelukkig niet. Hij noemde weinig namen, maar wie goed luisterde wist genoeg. In de eerste helft beoordeelde hij een middenveld met Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart min of meer in het centrum, en Luciano Narsingh en Dirk Kuyt op de vleugels. Ongedisciplineerd en slordig in de passing, concludeerde hij streng en knorrig. In die linie doemt ineens het grootste en meest actuele probleem op bij Oranje. Sneijder ontbeerde tegen Bayern heel duidelijk vorm en scherpte. Volgens de bondscoach komt dat nog wel goed, maar dat valt zeer te betwijfelen. Er zweven al maanden vraagtekens rond de spelmaker van Inter en de nationale ploeg. Het lijkt er allerminst op dat ze nu zo maar voor het EK radicaal oplossen.
Van de vier op het middenveld maakte Van der Vaart zich gaandeweg schuldig aan een soort egoïsme, ofwel spelen voor eigen glorie. En Kuyt stuurde Klaas-Jan Huntelaar knap weg naar de 1-1, maar voor het overige viel hij totaal niet op. Net als Sneijder, die 45 minuten lang onzichtbaar bleef. Alleen Narsingh onderscheidde zich in positieve zin. De rechterspits van Heerenveen scoorde beheerst 1-2 en ontving later een pluim van de bondscoach. Met doelman Michel Vorm en de twee verdedigers Ron Vlaar en Jetro Willems kreeg Narsingh de kans zich negentig minuten te bewijzen aan de keurmeester van Oranje. Hij zou wel eens de voorkeur kunnen krijgen boven Jeremain Lens, die na rust meer de bal voorbij holde dan de tegenstanders.
Vorm blunderde bij de 1-0 van Toni Kroos, maar de stand-in van de nog gekwetste Maarten Stekelenburg behoeft niet te vrezen voor een plaatsje bij de afvallers. De verdediging bevestigde daarentegen slechts het chronische wantrouwen jegens dit kwetsbare deel van het team. Zowel Joris Mathijsen als Khalid Boulahrouz greep uiterst onzeker in. Ook Vlaar handelde niet altijd even betrouwbaar en kordaat. We gaven veel te gemakkelijk de doelpunten weg, foeterde de bondscoach eens te meer over de achterhoede, meer dan ooit de beurse plek in de formatie. Als linksback testte Van Marwijk de achttienjarige Willems van PSV. Volgens de bondscoach had hij zich uitstekende staande gehouden. Een tikje overdreven, want de nieuweling had weinig te doen. Hij kwam evenwel nauwelijks aanvallend op en werd een paar keer pijnlijk gedold door de laat ingevallen Franck Ribéry. Het ziet ernaar uit dat Willems de erfenis van Erik Pieters tijdelijk mag overnemen, maar dat is en blijft een riskante en dubieuze gok.
Puur positief trokken van de debutanten alleen Narsingh en Vurnon Anita (als rechtsback na de pauze) de aandacht. Willems schommelde ergens tussen een voldoende en onvoldoende. Adam Maher, het talent van het jaar, beviel in feite het minst. Na een overtuigende start verloor hij zichzelf in slordig balverlies. Hij ging ten onder aan het voor hem nog fatale verschil in niveau tussen AZ en Oranje. Al met al moet Van Marwijk genoeg hebben gezien tijdens het niemendalletje, dat hij niettemin beschouwde als een serieuze oefenwedstrijd. Weliswaar zonder sfeer en inspiratie, en al helemaal zonder de wil om te winnen, zoals Chelsea weer eens demonstreerde in de finale om de Champions League. Bayern München voelde zich hopeloos te kort gedaan en rouwde om de fatale reeks strafschoppen. Het creëerde de meeste kansen en verdiende de Cup. Maar de ware winnaars stonden toch echt op in het Engelse team, waar Frank Lampard en Didier Drogba op het juiste moment hun bijzondere klasse uitbuitten. Verdedigen moet, aanvallen mag, doceerde resultaattrainer Ernst Happel in het verleden.
Terecht trok Van Marwijk zich de matige partij tegen Bayern aan. We hadden er meer van moeten maken, bromde hij afkeurend en ontgoocheld. Zaterdag al breekt de herkansing aan tegen Bulgarije, in de Amsterdamse Arena. De bondscoach wil nog voor dit duel de vier afvallers aanwijzen. Niet zo moeilijk meer, want het kwartet Wilfred Bouma, Siem de Jong , Maher en Lens maakt zich amper nog enig illusie en stelt zich in op een EK thuis voor de buis...
LEX MULLER
Sportjournalist sinds mensenheugenis. Schrijft al sinds 1966 over voetbal. Bezocht WK's vanaf 1974. Werkte tot 1994 voor kranten, waaronder twintig jaar bij het Algemeen Dagblad. Switchte daarna naar de televisie, maar legt zich sinds 1 januari 2011 volledig toe op sport op internet.