voetbalzone

‘PSV speelt daar anders dan Ajax, dat vaak wat meer branie heeft’

Robin Bruggeman24 feb 2018, 15:00
Laatst bijgewerkt: 24 feb 2018, 15:00
Advertentie

PSV reist zondag af naar De Kuip voor de kraker tegen Feyenoord en in de strijd om de landstitel kunnen de Eindhovenaren de drie punten goed gebruiken. Traditiegetrouw hebben de Eindhovenaren het echter moeilijk in Rotterdam en een uitwedstrijd tegen Feyenoord levert maar zelden de volle buit op. In tegenstelling tot Ajax, dat in de afgelopen 50 jaar 75 punten ophaalde bij de aartsrivaal, pakte PSV er in diezelfde periode slechts 46.

Voormalig Feyenoord-verdediger John de Wolf kan zich herinneren dat PSV vaak met een andere instelling het veld opstapte in Rotterdam: “Het zijn maar cijfers en die zeggen niks over de volgende wedstrijd. Toch wisten we in mijn tijd als speler al dat PSV anders naar Feyenoord komt dan bijvoorbeeld Ajax, dat in Rotterdam vaak met wat meer branie speelt”, vertelt de huidige trainer van Spakenburg in gesprek met het Eindhovens Dagblad.

De Wolf noemt het vooral een ‘mentaal verhaal’ dat PSV minder presteert in De Kuip en Danny Koevermans kan zich daar deels in vinden. De spits was in 2009 tweemaal trefzeker in een wedstrijd die de Eindhovenaren toen op bezoek bij Feyenoord met 1-3 wisten te winnen. “Je kunt vooraf nog zo hard roepen dat je je van de omstandigheden niks moet aantrekken, maar de sfeer is gewoon indrukwekkend. Daar moet je je voordeel mee zien te doen, maar dat is niet iedereen gegeven. Ik hoop dat PSV het redt.”

Luuk de Jong erkent dat de eerste wedstrijden in De Kuip intimiderend kunnen zijn, maar geeft ook aan dat hij zich daar nu niets meer van aantrekt. De spits denkt dat zijn ploeggenoten inmiddels ervaren genoeg zijn om met die druk om te gaan en stelt dat PSV vorig seizoen, ondanks een uiteindelijke nederlaag, toch goed speelde in Rotterdam: “Feyenoord heeft vorig jaar een fantastisch jaar gedraaid en ze hebben nu via blessures veel pech gehad. Vooral daardoor zijn ze geen concurrent meer voor de titel.”