voetbalzone

Real en Ronaldo schrijven historie na overwinning in Denemarken

Gijs Freriks10 dec 2013, 21:44
Laatst bijgewerkt: 10 dec 2013, 21:44
Advertentie
/

Real Madrid heeft de laatste speelronde in de Champions League met succes afgesloten. De Spanjaarden wonnen met 0-2 bij FC Kopenhagen en hebben dit seizoen in de groepsfase twintig keer gescoord. Daarmee evenaart de ploeg van Carlo Ancelotti de records van Manchester United en Barcelona, die respectievelijk in 1998/99 en 2011/12 tot dat aantal kwamen. Ronaldo was dinsdagavond één keer trefzeker, maar miste in de slotfase ook een strafschop.

Real liet de bal in de beginfase op het moeilijke veld van Parken van voet naar voet gaan, maar kon niet sprankelen. Toch kwam de Koninklijke na 25 minuten op voorsprong: Luka Modric ontving de bal van Isco, kapte zich sierlijk vrij en mikte de bal in de korte kruising. Behoudens een kans voor Karim Benzema, die naast volleerde, lieten de bezoekers hiervoor weinig zien. Real maakte in de 31e Europese wedstrijd op rij een doelpunt en verbrak daarmee het record van Barcelona, dat op 30 duels stond. Kopenhagen dacht vijf minuten voor rust op gelijke hoogte te komen, maar het doelpunt van Thomas Delaney werd afgekeurd omdat hij al een overtreding had begaan op Iker Casillas. De thuisfans waren woest; Real ging met een 0-1 voorsprong rusten in Denemarken, waar het overigens nog nooit verloor.

Ronaldo kreeg Parken drie minuten na rust stil: na een vrije trap van Marcelo kon de Portugees op aangeven van Pepe binnen schieten. CR7 werd daarmee de eerste speler ooit die in de groepsfase negen doelpunten wist te maken. Bovendien was Ronaldo voor het eerst in zijn loopbaan in acht duels op rij trefzeker. Real dacht de score nog verder op te voeren, maar Nacho Fernández werd teruggevlagd vanwege buitenspel. Ronaldo was de man van het laatste kwartier. Hij raakte de paal en mocht vlak voor tijd vanaf elf meter aanleggen, maar zijn penalty werd gelezen door keeper Johan Wiland. Kopenhagen is klaar in Europa.

Bekijk het doelpunt van Luka Modric