Real Madrid verlaat Alcorcón met schaamrood op de kaken
Florentino Pérez heeft alle reden om zich ongerust te maken. De matige resultaten van Real Madrid in de afgelopen weken tegen Sevilla, AC Milan en Sporting Gijón werden met de mantel der liefde bedekt en waren te wijten aan de afwezigheid van Cristiano Ronaldo. Dinsdag werd echter het absolute dieptepunt van het jaar bereikt. Derdeklasser Alcorcón leefde zich in het kader van de Copa del Rey uit op de ploeg van Manuel Pellegrini, die met 4-0 ten onder ging en in de return zal móeten presteren.
De eerste vijf minuten speelden zich volledig af op de helft van Real, maar daarna leek het sterrenensemble de wedstrijd enigszins te controleren. Na een kwartier spelen was het echter raak. Een diagonaal schot in het strafschopgebied van Borja Pérez was te machtig voor Jerzy Dudek, die Iker Casillas verving. Karim Benzema had de gelijkmaker op zijn schoen, maar door een eigen doelpunt van Álvaro Arbeloa stond het scorebord na 22 minuten al op 2-0 in het voordeel van Alcorcón.
Tot aan de rust kon de wedstrijd alle kanten op. Esteban Granero zag zijn inzet gekeerd worden, terwijl Raúl vijf minuten voor rust over het doel schoot. Alcorcón, waar fernando Bejár op de paal kopte, nam enkele minuten voor rust een 3-0 voorsprong. Diego Cascón was Royston Drenthe te slim af, de vrijstaande Ernesto Gómez rondde keurig af.
Zelfs na de ongetwijfeld harde woorden in de rust liet Real zich kinderlijk op een ruimere achterstand zetten. Pérez profiteerde van gestuntel in de verdediging van De Koninklijke, en werkte de bal onder Dudek door: 4-0. Naast Drenthe stond ook Rafael van der Vaart negentig minuten in het veld. Ruud van Nistelrooij maakte twintig minuten voor tijd zijn rentree als vervanger van Raúl. De hand van Juanma en de paal stonden een doelpunt van de Nederlander in de weg.