Real Madrid wint Champions League na uitputtingsslag

Real Madrid heeft voor de elfde keer in de geschiedenis de Champions League/Europacup I opgeëist. Het team van trainer Zinédine Zidane had daar wel een strafschoppenserie voor nodig, want de stand was zaterdagavond na 120 minuten voetballen op een 1-1 gelijkspel blijven steken in Milaan.

Sergio Ramos maakte in de Champions League-finale van 2014 een laat doelpunt tegen Atlético en deed de stadsgenoot nu opnieuw pijn, want na een kwartier opende hij de score door na een vrije trap van Gareth Bale binnen te tikken. De verdediger leek te vertrekken uit buitenspel, maar Mark Clattenburg liet doorspelen en op basis van het veldspel mocht de voorsprong verdiend worden genoemd. Real was beter en was al eerder dicht bij de 1-0 geweest toen Jan Oblak een katachtige redding in huis had op een kopbal van Karim Benzema. Hierna maakte Ramos alsnog de 1-0; zijn eerste CL-goal sinds de finale van 2014.

Er leek geen vuiltje aan de lucht te zijn voor Real, want Atlético slaagde er niet in om de ketens af te werpen en om aanvallen in elkaar te knutselen. In de laatste tien minuten probeerde Antoine Griezmann zich nog wel te laten gelden, maar een boogballetje bleek een prooi voor Keylor Navas en de doelman had eveneens een antwoord op een harder schot van de Fransman. Bij die mogelijkheid was er echter al gefloten voor buitenspel. In de wetenschap dat Real liefst 21 van de laatste 22 Champions League-duels won waarbij men in de rust op voorsprong stond, zocht Real met veel vertrouwen de kleedkamer op.

Dat vertrouwen van De Koninklijke had echter ook weer snel een forse deuk op kunnen lopen, want Atlético mocht na twee minuten aanleggen vanaf elf meter na een overtreding van Pepe op Fernando Torres. Griezmann nam de verantwoordelijkheid, maar trof de lat en werd daarmee de eerste speler sinds Arjen Robben in 2012 die vanaf elf meter miste in de reguliere speeltijd van een Champions League-finale. Het was echter wel duidelijk dat Atlético uit zijn schulp probeerde te kruipen; zo deed Koke na een uur eveneens een poging, maar zijn volley zeilde een halve meter over de kruising.

Real was niet zo dwingend als voor rust, maar dwong wel kansen af om het duel in het slot te gooien. Oblak hield Benzema, Cristiano Ronaldo en de bedrijvige Gareth Bale echter van scoren af en daardoor bleef Atléti in leven. Na 78 minuten viel de gelijkmaker: Yannick Ferreira Carrasco schoot binnen na een voorzet van Juanfran en werd daarmee de eerste Belg die in de eindstrijd van het miljoenenbal wist te scoren. In de slotfase van de reguliere speeltijd leek Ferreira Carrasco opnieuw voor gevaar te kunnen zorgen, maar hij werd hard neergehaald door Sergio Ramos, die niet mocht klagen met geel.

In de eerste helft van de verlenging kende weinig noemenswaardige gebeurtenissen, of het moet een schot van Bale zijn geweest. Die poging werd geblokt door Stefan Savic. Na de kantwissel werd wel duidelijk dat het een ware uitputtingsslag was geworden, want de spelers van Real en af en toe ook voetballers van Atlético zegen om beurten neer met krampen. Serieuze kansen werden er niet meer gecreëerd en een strafschoppenserie moest dan ook uitkomst bieden. Juanfran groeide daarin uit tot de schlemiel van de finale, want hij trof de paal en Ronaldo verzilverde de beslissende strafschop.