René van der Gijp geniet: ‘Met afstand de beste middenvelder van de wereld’
René van der Gijp vond Kevin De Bruyne woensdagavond de absolute uitblinker in de kraker tussen Real Madrid en Manchester City (1-2). De analist zag hoe de 28-jarige Belg van City heerste op het middenveld en bovendien belangrijk was met een prachtassist en een penalty. "Op dit moment echt met afstand de beste middenvelder van de wereld, vind ik. Wat vind ik die jongen goed", zegt Van der Gijp in zijn analyse voor Veronica.
"Ik heb ongelófelijk genoten van De Bruyne. Goh, wat speelde die jongen een wedstrijd zeg", zegt Van der Gijp, die gevraagd wordt naar de sterke punten van de aanvallende middenvelder. "Alles, alles. Hij doet het in de fases waar het ertoe doet, hij is sterk aan de bal, hij brengt rust. Weet je, hij wordt al niet meer verdedigd als hij aan de bal is. Ze (de tegenstanders, red.) denken: laten we maar even kijk wat er gebeurt, want hij geeft hem toch niet weg aan de tegenpartij."
De Bruyne zelf werd na afloop door Veronica geconfronteerd met de uitspraken van Van der Gijp. "Of hij gelijk heeft? Goh, ik moet mijn job doen, ik hoef daar gelukkig niet over te oordelen", reageert de 74-voudig international. "Ik heb in de elf jaren dat ik prof ben zo hard mogelijk gewerkt om op dit niveau te spelen. Ik ben blij dat ik mijn team kan helpen, en uiteindelijk is dat het enige dat je als speler kan doen."
Wim Kieft werpt de vergelijking op met Isco, die aan de kant van Real Madrid weliswaar voor de openingstreffer zorgde, maar volgens de oud-spits slecht speelde. "Echt geen schim meer van wat het was", zegt Kieft. "Dat was toch echt een geweldig mooie voetballer, op een gegeven ogenblik, die nu daar een beetje aan de rechterkant ... zonde. Of hij nog heel fit is, durf ik ook wel te betwijfelen. Dat was toch echt een heel veelbelovende voetballer."
Ook Van der Gijp vindt dat de 27-jarige Isco veel minder goed speelt dan voorheen. De Spanjaard werd tegen Manchester City geposteerd als valse rechtsbuiten, waar hij in het verleden vaak in een centralere rol achter de spits speelde. "Dat was een man met veertig, vijftig, zestig balcontacten in een wedstrijd. Wat zou hij er nu hebben? Ja, tien", zegt Van der Gijp. "En hij mag alleen maar aan de zijkant spelen, wel jammer", voegt Kieft tot slot toe.