Rúben Rodrigues grijpt ‘vierde kans’: ‘Ik had de moed al opgegeven’
Eigenlijk had Rúben da Rocha Rodrigues de moed, zoals hij het zelf noemt, afgelopen zomer al opgegeven. De 23-jarige aanvallende middenvelder spendeerde de tweede helft van vorig seizoen op huurbasis bij De Treffers in Tweede Divisie en had zich erbij neergelegd dat zijn tweede avontuur in het betaald voetbal stilletjes ten einde was gekomen. Iets meer dan een halfjaar later is Rodrigues de grote revelatie bij FC Den Bosch, voor wie hij reeds goed was voor twaalf doelpunten en negen assists.
Door Chris Meijer
Rodrigues tuurt even over het veld en de lege tribunes van De Vliert, waarna hij zucht en glimlacht. “Natuurlijk zou ik beter gaan spelen, maar dit had ik niet verwacht. Eerlijk. Ik had voorafgaand aan het seizoen wel gedacht dat ik een belangrijke speler kon worden voor FC Den Bosch. Maar ja, zo belangrijk had ik ook niet gedacht, nee. Bij De Treffers heb ik niet eens zo’n goed seizoen gehad. Ik hoopte gewoon hetzelfde te hebben, dat ik belangrijk kon zijn voor het team.” Hij laat een korte stilte vallen. Het is geenszins overdreven om Rodrigues dit seizoen een van de belangrijkste spelers van FC Den Bosch te noemen. Met 12 doelpunten en 9 assists was hij reeds betrokken bij 21 treffers, een kleine veertig procent van de totaal 56 doelpunten die de ploeg van trainer Erik van der Ven deze jaargang voorlopig maakte. Dat terwijl hij pas begin november in het duel met Helmond Sport (1-1, treffer van Rodrigues) de kans kreeg op zijn favoriete positie van aanvallende middenvelder, nadat Van der Ven hem in het begin van het seizoen als spits gebruikte en na vijf wedstrijden naar de reservebank verwees.
Het is de zoveelste bijzondere wending in een uiterst opmerkelijke carrière. De in Oliveira de Azeméis geboren Rodrigues verhuisde op vierjarige leeftijd met zijn ouders vanuit Portugal naar het Brabantse Best. De jonge Rodrigues had moeite om zijn plek te vinden in Nederland, voornamelijk door de taal. “Dat is de reden dat ik pas vijf jaar later begon met voetballen in clubverband. Thuis waren we voornamelijk met Portugees voetbal bezig. Volgens mij hadden we geen Nederlandse televisie, via een satelliet ontvingen we Portugese zenders. We keken sowieso weinig tv, want als ik thuiskwam, ging ik voetballen met mijn broer. Benfica was dé club, ja.” Door een uiterst opvallende speling van het lot kwam Rodrigues op achtjarige leeftijd bij vv Boskant in Sint-Oedenrode terecht. “Een man die bij de buren aan het schilderen was, vond ons goed genoeg en heeft ons ingeschreven.”
Rodrigues bleek talentvol, want na drie maanden kreeg hij al een uitnodiging voor een proeftraining bij PSV. Het resulteerde niet in een overstap naar Eindhoven en in dezelfde tijd draaide een periode in de talentenschool van FC Den Bosch (‘Ik was jong en niet goed genoeg’) ook op niets uit. Op twaalfjarige leeftijd kwam Rodrigues alsnog in de jeugdopleiding van zijn huidige werkgever terecht. Er ontstaat een schuldbewuste blik als hij zachtjes vertelt over de reden dat hij na drie jaar weggestuurd werd door FC Den Bosch. “Ik vond het op dat moment niet erg dat ik weggestuurd werd, maar later ben ik er wel van gaan balen. Ik was net aan het puberen, ik ging met de verkeerde jongens om op school en deed verkeerde dingen. Het was niet dat ik niet goed genoeg was, maar ik werd weggestuurd puur omdat ik een kutkind was. Ja, zo is het nu eenmaal, eerlijk gezegd. Ik heb hele verkeerde dingen gedaan toen. Op die leeftijd dacht ik: schijt eraan. Iedereen zei op dat moment al dat ik er spijt van zou krijgen. Dat kreeg ik wel, toen ik op mijn negentiende bij Wilhelmina Boys speelde.”
Drie jaar geleden speelde Rodrigues daardoor op dit moment nog in de derde klasse van het zondagvoetbal, waar hij wekelijks tegenover clubs als Tivoli, Bladella, Hapert en Hoogeloon stond. Met 44 doelpunten in het kampioensseizoen van Wilhelmina Boys verdiende hij een overstap naar toenmalig hoofdklasser Gemert. Toch zag hij het profvoetbal op dat moment nog als een utopie. “Ik was negentien en speelde nog in de derde klasse. Als je nu op je zestiende in de derde klasse speelt, oké. Dan kan ik nog begrijpen dat je die hoop hebt als je het verschil maakt. Toen ik naar de hoofdklasse ging, zeiden mensen al: ‘Oei, moeilijke stap. Je gaat het heel moeilijk krijgen’. Dat dacht ik zelf ook, maar ik was daar meteen een vaste waarde en kon ik het verschil maken. Mocht het niet gelukt zijn, ging ik gewoon weer terug. Bij Wilhelmina Boys had ik het ook naar mijn zin, dus ik had ook wat moois achter de hand”, glimlacht Rodrigues. “Ik ging toen met de juiste mensen om, dat gaat onbewust. Natuurlijk word je ouder en verstandiger, je maakt die fouten niet. Het heeft veel voor mij veranderd door met andere jongens om te gaan. Ik ben gewoon heel laat volwassen geworden.”
“Ik deed er niet veel naast, nee. Ik voetbalde veel, op straat of in de zaal met vrienden. Maar het is niet zo dat ik extra ging fitnessen of hardlopen omdat ik nog gehoopt had het profvoetbal te halen”, bekent hij. In zijn eerste, en naar later bleek enige, seizoen bij Gemert werd de bekerfinale gehaald en een periodetitel veroverd, waardoor scouts van de Brabantse profclubs voor Rodrigues hun gang naar Sportpark Molenbroek maakten. “Er was al interesse van Helmond Sport, RKC Waalwijk en TOP Oss”, somt Rodrigues op, “alleen niks was echt concreet. Wiljan Vloet zat destijds in de technische commissie bij Den Bosch en hij zag het in mij zitten, hij had vertrouwen. Hij kwam concreet met een contract. Van de hoofdklasse naar de Keuken Kampioen Divisie met een tweejarig contract, dat zie je niet vaak. Doorgaans is het dan een eenjarig contract of een amateurcontract, maar Vloet had écht vertrouwen in mij. Dat was mooi. Ik was heel blij met de kans, ik heb altijd de droom gehad om profvoetballer te worden. Ik had een beetje in mijn hoofd dat ik wraak wilde nemen, om te laten zien dat ze een fout hadden gemaakt door me te laten gaan.”
Rodrigues trainde al vanaf januari 2018 mee bij FC Den Bosch, maar er veranderde het nodige toen hij een halfjaar later daadwerkelijk in dienst trad. In juli werd bekend dat het de bedoeling was dat Kakhi Jordania de nieuwe eigenaar zou worden en in zijn kielzog arriveerden de nodige (buitenlandse) spelers in De Vliert. Rodrigues kwam in de eerste zes wedstrijden nog aan spelen toe, maar verdween daarna naar de reservebank of zelfs de tribune. “Ik had het gevoel dat boven de leiding had en zij zagen het niet in me zitten. Dat wist ik en dat werd me ook verteld. Dan kan je trainen wat je wil, maar daar kijken ze toch niet naar. Je gaat dan niet spelen. Zij beslissen de opstelling en uiteindelijk heb ik maar tweehonderd minuten gemaakt. Ik vond de stap vanaf de amateurs niet te groot, het is haalbaar. Maar vorig seizoen kwamen er andere dingen bij kijken”, zo klinkt het met een zucht. In de winterstop trok Rodrigues zijn conclusies en vroeg hij om een huurperiode. Vanuit het profvoetbal was er weinig belangstelling, waardoor hij besloot om een stapje terug te zetten naar De Treffers in Tweede Divisie.
“In eerste instantie wilde ik de stap naar De Treffers niet zetten. Ik had gehoopt dat er een andere profclub zou komen. Maar ik had zo weinig van mezelf laten zien, dat die interesse er niet was. De Treffers toonde veel waardering, ik voelde me welkom. Daardoor dacht ik: ik doe het gewoon. In de derde klasse was het alleen maar feest en kwamen spelers bij wijze van spreken dronken aan. Ik heb de andere kant van het voetbalwereldje al gezien, dus de stap naar De Treffers was niet heel groot. Het was bij De Treffers ook heel professioneel, alleen had je meer vrijheid. We trainden drie keer in de week en ik ging zelf iedere dag de sportschool in om aan mijn lichaam te werken. Maar aan de andere kant kon ik naar feestjes en hoefde ik minder op mijn voeding te letten. Uiteindelijk was dit de beste keuze die ik had kunnen maken. Ik had al het plezier weer opgebouwd bij De Treffers, dus dat wilde ik eigenlijk houden.” Dat Rodrigues toch niet uit het profvoetbal verdween, was te danken aan Bert Ruijsch. De technisch manager van FC Den Bosch haalde hem over er nog één keer vol voor te gaan.
“Toen heb ik de knop gedraaid en gedacht: oké, nu moet ik er écht nog een keer voor gaan. Ik was niet fit, niet professioneel fit. De trainingen zijn bij de amateurs anders, ze kijken verschillend met vetmetingen bijvoorbeeld. Ik was bezig met feestjes, ik ging geregeld naar een festivalletje. In mijn vrije tijd moest ik weer wat veranderen, ook al ben ik nooit echt een feestbeest geweest. Een week voor de groepstrainingen begonnen ben ik met Luuk (Brouwers, red.), Mats (Deijl) en fysio Martin (de Waal, red.) al gaan trainen en toen heb ik gewoon moeten overgeven, dat had ik nog nooit meegemaakt. Ik besefte wel dat even een stapje harder moest, nu ben ik een van de fitsten en de speler die per wedstrijd het meest loopt.” Dat de overname van Jordania in de zomer definitief afketste, veranderde het perspectief van Rodrigues helemaal. De aanstelling van Van der Ven, vorig seizoen trainer van Jong FC Den Bosch, en het vertrek van Wil Boessen betekenden tevens goed nieuws. “Ik had Den Bosch niet op een ideale manier verlaten, maar ik vond steeds meer het plezier terug. Ik zag dit wel echt als het seizoen van de waarheid, dit was eigenlijk mijn vierde kans. Ik zeg eerlijk: ik had voordat ik terugkeerde bij Den Bosch de moed al opgegeven. Ik dacht dat Kakhi de boel weer ging overnemen en ik had al aangegeven dat ik in dat geval bij De Treffers wilde blijven. Toen Kakhi weg moest, was ik ineens wel van waarde voor het team. Uiteindelijk had ik het besef dat het nu wel moest gebeuren, al was ik er niet zeker over.”
Als spits begon Rodrigues aan het seizoen, maar na vijf wedstrijden verdween hij uit de basis. “Ik had wel verwacht dat ik er weer uit zou gaan, want het ging gewoon echt niet goed. Weet je wat het is? Natuurlijk is het moeilijk, maar ik heb vorig seizoen echt een heel zwaar jaar gehad en dat heeft me sterker gemaakt. Ik deed dingen voor mezelf en merkte dat het op trainingen steeds beter ging, waardoor ik me terug in de basis heb geknokt. Daarin heb ik stappen gemaakt”, legt hij uit. Rodrigues keerde pas in november terug in de basiself en bewees in het duel met Helmond Sport met een doelpunt direct zijn waarde als aanvallende middenvelder. “In de jeugd heb ik altijd op tien gespeeld, maar vorig seizoen werd ik gebruikt als linksbuiten en nu een tijdje als spits. Tja, als je daar nooit hebt gespeeld, zijn die loopacties moeilijk en is het lastig om de situaties te herkennen. Toen ik de kans kreeg op mijn echte positie, is het gaan lopen. Ik had ook het geluk dat ik direct scoorde. Het is dit seizoen sowieso anders. Vorig seizoen zag ik het op de trainingen ook niet zo zitten. Dat had ik nu niet, ik had er plezier in en ik had het gevoel dat het vanzelf weer zou komen.”
Na de winterstop vormt Rodrigues in de as een tandem met landgenoot Pedro Marques. De spits werd in de eerste seizoenshelft door Sporting Portugal verhuurd aan FC Dordrecht, maar maakte in januari de overstap naar FC Den Bosch en scoort met tot dusver zeven treffers in acht wedstrijden aan de lopende band. “Het is leuk om met hem samen te spelen. De Nederlandse mensen blijven anders dan Portugezen, door hem voelde het een beetje alsof ik in Portugal was. Hij is ook al bij ons thuis geweest, dat is weer leuk voor mijn ouders. Voor hem is het ook fijn, bij Dordrecht zat hij met een Braziliaan en dat is wat anders. Hij heeft het naar zijn zin en dat zie je aan zijn cijfers, het is niet normaal wat hij nu doet. Misschien dat hij met meer vertrouwen en plezier voetbalt doordat er een Portugees in zijn team speelt, maar het is niet zo dat ik eerder de bal aan hem geef ofzo. We hebben wel een goede band, die klik was er meteen. Ik had hem al gesproken toen hij bij Dordrecht zat, Portugezen zoeken elkaar wel op. Daardoor kende ik hem, al had ik van tevoren niet gedacht dat hij hier naartoe zou komen.”
“De band met Portugal is altijd gebleven, ik voel me Portugees. We gaan altijd naar Portugal op vakantie, ik zou er in de toekomst wel een huisje willen bouwen. Ik heb ook geen Nederlands paspoort, dus ik ben sowieso een Portugees. Maar zo voelt het ook, als het ooit Portugal - Nederland is in de WK-finale, ben ik honderd procent voor Portugal. Tja. Ik woon hier al veel langer, maar ja. Ze weten dat hier ook dat ik meer buitenlander ben. Ik maak bijvoorbeeld veel fouten in mijn spelling. Als ik een gezegde zeg, slaat het vaak nergens op”, gaat Rodrigues met een glimlach én een onvervalst Brabantse tongval verder. Om ooit als voetballer actief te zijn in Portugal, noemt hij dan ook een speciale ambitie. Toen hij vorig seizoen bij De Treffers speelde, schoot het al eens door zijn hoofd. “Ik dacht: oké, ik wil hier wel bijtekenen en dan de stap naar Portugal maken. Dan zou ik het tweede niveau natuurlijk wel accepteren, al zou ik het liefst in Portugal op het hoogste niveau willen spelen. Er is wel interesse, ik krijg berichtjes via Instagram van Portugese zaakwaarnemers die zeggen dat ze clubs voor me hebben. Maar daar ga ik niet op in, want ik heb gewoon een zaakwaarnemer. Ik weet ook niet of het grote clubs zijn, want ik reageer er niet op.”
Voorlopig ligt de toekomst van Rodrigues nog bij FC Den Bosch, al loopt zijn contract aan het einde van het seizoen af. “Ik hoop bij te tekenen of een stap te maken naar een mooie club. Het is een goed moment om te pieken, er is geen optie voor nog een seizoen. Dat is nu eerder een nadeel voor Den Bosch, ja”, grijnst Rodrigues. Op het moment dat hij over zijn toekomst nadenkt, schieten de gedachten nog even terug dat hij als aanvaller van Wilhelmina Boys de velden van de Brabantse derde klasse onveilig maakte. “Ik ben een laatbloeier, dat hoor ik vaak. Ik ben 23 en nu pas piek ik eigenlijk. Er zit nog heel veel rek in en ik merk dat ik aan zaken buiten het voetbal nog heel veel werk heb, lichamelijk. Als dat beter is, ga je automatisch beter spelen. Ik hoop Eredivisie te mogen voetballen. Alleen als dat niet het geval is, ben ik blij met wat ik bereikt heb. Als je ziet waar ik vandaan kom, is dit al iets wat weinig mensen mogen meemaken.”