voetbalzone

Schimmige zaakjes: waarom 30 juni voor Premier League-clubs dé transferdeadline is

Lars Capiau19 jul 2024, 20:05
Laatst bijgewerkt: 24 jul 2024, 23:45
Advertentie

Achter de schermen van de transferwereld zijn clubs druk bezig om hun eigen hachje te redden. Dit jaar bleek eens te meer dat zeker Premier League-clubs niet altijd even zuivere koffie schenken. Voetbalzone zocht uit waarom de dag 30 juni in Engeland rood omcirkeld staat.

Door Lars Capiau

Juli. De transferperiode is weer officieel geopend. Een aantal dingen staan vast. Clubs als Juventus jagen op transfervrije deals, Turkse clubs loeren op goedkope maar verjaarde topspelers en Bayern München snuffelt in de eigen competitie rond.

Andere teams strijden om de meest begeerde en hete talenten van het moment, en zijn er niet vies van om flink de portemonnee uit te kleden om de ruwe diamanten aan te trekken. De transferperiode. Een tijd waar supporters van clubs de F5-knop haast door het toetsenbord heen drukken.

Elke window kent weer memorabele deals. Een peperdure mispeer of een ongelofelijk koopje. Maar achter de schermen spelen er zich af en toe ongure spelletjes af. De gordijnen van de transferwereld werden in de voorgaande jaren al voorzichtig opengesperd. Vooral in West-Londen.

Chelsea strooide daar namelijk met honderden miljoenen om spelers aan de club te binden. Enzo Fernández. 121 miljoen. Moises Caicedo. 116 miljoen. Mykhaylo Mudryk. 100 miljoen. Wesley Fofana. 80 miljoen. Marc Cucurella. 65 miljoen. Roméo Lavia. 62 miljoen. Christopher Nkunku. 60 miljoen.

Al die megabedragen: hoe was dat toch mogelijk met alle strenge Financial Fair Play-reglementen? Als een ervaren schipper voer Tedd Boehly met een slim boekhoudkundig trucje langs alle obstakels. Door contracten over extreem veel jaren uit te smeren, konden de afschrijvingskosten per jaar flink gedrukt worden.

Inmiddels heeft de UEFA die transferstrategie in de ban gedaan. De kosten van een transfersom kunnen niet langer over meer dan vijf jaar uitgesmeerd. Ter illustratie: Mudryk tekende bij Chelsea een contract voor 8,5 (!) jaar.

Ook de competitie-organisator Premier League kent strikte financiële regels: de zogenoemde Profitability and Sustainability Rules (PSR). Volgens die regel mogen clubs over een periode van drie jaar maximaal (omgerekend) 122 miljoen euro verlies draaien.

Dat bedrag is simpelweg een gevolgtrekking uit de regels die de UEFA in de FFP ook voorschrijft. Overigens tellen langetermijninvesteringen niet mee in de bepaling van dat bedrag. Onder die langetermijninvesteringen vallen onder meer financiële injecties in jeugdopleidingen, vrouwenvoetbal en clubfacilitieiten.

Mocht een club die ene gouden 122 miljoen-regel breken, volgt de zwaarst mogelijke sanctie: een puntenaftrekking. Vraag het aan Everton. The Toffees werden twee keer gestraft. Eerst moest de club tien punten inleveren, wat later in hoger beroep werd teruggebracht naar zes punten, en later in het seizoen raakte de club nog eens twee punten kwijt.

Everton had in de drie jaar lange periode van het seizoen 2019/20 tot en met 2021/22 de PSR-regels overtreden. De club uit Merseyside kampte met een verlies van ongeveer 23 miljoen euro meer dan toegestaan. Die marge werd gezien als ‘significant’ en dus trad de competitie-organisator streng op.

Everton werd ook in de periode van 2020/21 tot en met 2022/23 schuldig bevonden aan het breken van PSR-reglementen, toen met ruim negentien miljoen euro meer dan toegestaan. Omdat de club eerder al was gestraft, reputatieschade had geleden en omzetverlies had geleden door de eerste puntenaftrek, werden nu ‘slechts’ twee punten in mindering gebracht.

Ook Nottingham Forest werd niet gespaard. The Tricky Trees werd vorig seizoen vier punten in mindering gebracht voor het breken van PSR-regels. Daardoor zakte de club even af naar de degradatiezone, maar uiteindelijk voetbalde het team zich veilig.

Manchester City kan zijn borst natmaken. Een onafhankelijke commissie doet al een tijdlang onderzoek naar the Citizens, die 115 keer de regels zouden hebben overtreden. Zeven van die overtredingen verwijzen naar schendingen van PSR-reglementen.

Stevige puntenaftrekkingen voor Pep Guardiola's ploeg is een uiterst realistisch scenario, ingeval dat de club schuldig wordt bevonden. Leicester City ziet puntenmindering overigens bovendien als een donkere wolk boven het hoofd hangen. Ook zij hebben volgens de Premier League de PSR-regels overtreden.

Wakker geschrokken door puntenminderingen van Everton en Forest hebben enkele Premier League-clubs dit seizoen een nieuw boekhoudkundig trucje bekokstoofd. De datum van 30 juni was rood omcirkeld in de agenda’s van de ploegen.

Als vóór die datum de clubs namelijk een groter driejarig verlies dan 122 miljoen euro hadden geleden, dreigde puntenverlies in het seizoen 2024/25. Clubs zijn zich door de puntenminderingen van vorig seizoen ultrabewust van de sportieve implicaties van financieel gedonder.

Zes Premier League-clubs waren dit seizoen daarom in de laatste tien dagen van juni betrokken bij vijftien transfers, ter waarde van in totaal 375 miljoen euro, zo zocht The Athletic uit. Ter vergelijking: een seizoen eerder werd in diezelfde periode ‘slechts’ 180 miljoen euro uitgegeven. Weer een jaar verder terug was dat nog veel minder: 68 miljoen euro.

Everton, Nottingham Forest, Chelsea, Newcastle United, Aston Villa en Leicester City zijn de zes betreffende clubs die de vijftien transfers mogelijk maakten. Het opvallende: bij akelig veel van die transfers kocht een van de zes clubs een speler over van een van de overige clubs in dat lijstje.

Neem bijvoorbeeld Ian Maatsen, die voor een kleine 44,5 miljoen euro Chelsea verruilde voor Aston Villa. Hetzelfde Villa, dat op zijn beurt Omari Kellyman, die 35 (!) minuten Premier League-voetbal in de benen had, voor 22,5 miljoen euro weer verkocht aan Chelsea.

Leicester City voelde zich door de PSR-regels genoodzaakt om cruciale middenvelder Kiernan Dewsbury-Hall te verpatsen. Hij verliet de club voor 35 miljoen. Waarheen, vraag je? Chelsea.

Tim Iroegbunam (met nog geen 250 Premier League-minuten) verkaste vervolgens voor iets minder dan elf miljoen euro van Villa naar Everton. Everton stuurde Lewis Dobbin dan weer voor een slordige twaalf miljoen euro naar Birmingham om de omgekeerde weg te bewandelen.

Villa was in de laatste dagen van juni ook vrolijk aan het handelen met het financieel gehavende Juventus. De Engelse ploeg loodste Douglas Luiz voor zo’n 52 miljoen euro naar Turijn, terwijl het andersom Samuel Iling-Junior en Enzo Barrenetchea voor 22 miljoen euro overnam van la Vecchia Signora.

Newcastle United speelde hetzelfde vreemde spelletje. The Magpies ‘hielpen’ Chelsea door Lewis Hall voor 33 miljoen weg te peuteren uit Londen, maar verkochten ook flink. Daarbij leek het onder één hoedje te spelen met een andere met PSR-regels worstelende ploeg: Nottingham Forest.

De meest wenkbrauwfronsende transfer was misschien wel die van Elliot Anderson, die nog geen doelpunt maakte in de Premier League, maar wel voor een enorm bedrag van 41 miljoen euro van Newcastle naar Nottingham vertrok. Odysseos Vlachodimos bewandelde de andere weg en komt Newcastle versterken, voor naar verluidt zo’n twaalf miljoen euro.

Doordat Newcastle ook nog eens halsoverkop Yankuba Minteh sleet aan Brighton & Hove Albion (35 miljoen euro) noteerde de door Saudische ondernemers gerunde club plots een keurig nettotransferresultaat van 42 miljoen euro. Alle transfers aangekondigd nog vóór 1 juli.

Zo lijkt het over-en-weer-gehandel van (jeugd)spelers voor op zijn zachtst gezegd opzienbarende bedragen een tamelijk schimmige achterliggende reden te hebben. De zes clubs lijken elkaar op de transfermarkt te helpen om groene cijfers te schrijven door voor 1 juli opmerkelijk veel geld te spenderen aan elkaars spelers. De financiële slangenkuil die de Premier League is verworden, dient nog maar weer eens een loophole te dichten. Wéér.

Bezig met laden …