Spanje één zege verwijderd van titelprolongatie op EK

Spanje heeft zich woensdagavond voor de finale van het EK in Polen en Oekraïne geplaatst. De teams van Paulo Bento en Vicente del Bosque hielden elkaar 120 minuten lang in evenwicht, kwamen niet tot scoren, maar in de benodigde strafschoppenserie was Spanje efficiënter: 2-4. Het is voor het eerst dat Portugal een strafschoppenserie op een eindtoernooi verliest. Spanje weet binnen 24 uur wie de tegenstander van komende zondag in Kiev is. Duitsland en Italië kruisen donderdagavond de degens in Warschau.

In een zeer matte eerste helft met slechts zes doelpogingen maakte Portugal een betere indruk dan Spanje, dat opvallend genoeg met Álvaro Negredo in de basis aantrad. Het team van Bento startte sterk, maar de eerste mogelijkheid was in de achtste minuut voor de titelverdediger. Na een goede actie van Andrés Iniesta aan de linkerkant kwam de bal terecht bij Álvaro Arbeloa, die de bal over het doel van Rui Patricio joeg. Bij Portugal ging het meeste gevaar uit van de mee opkomende Fábio Coentrao en Cristiano Ronaldo, die Arbeloa een lastige avond bezorgde.

Een knappe inzet van Iniesta, net over, leek voorbode van een monoloog van Spanje, maar Portugal stak in verdedigend opzicht uitstekend in elkaar en zette goed druk op de defensie van la selección española. Na een half uur spelen verloor Jordi Alba de bal en werd Ronaldo in stelling gebracht. De inzet van de Portugees ging rakelings langs het doel van Iker Casillas. Tot meer noemenswaardigs waren beide teams niet in staat. Negredo zat in de tang bij Pepe en Bruno Alves en de defensieve middenvelders van Portugal zaten het creatieve spel van Spanje in de weg.

Luttele minuten na rust opteerde Del Bosque voor de inbreng van Cesc Fàbregas in de plaats van Negro. Ook met een 'valse' nummer negen kon de wereldkampioen niet de buurman zijn wil opleggen. Het was Hugo Almeida die luttele minuten later met twee mogelijkheden even voor onrust in de Spaanse defensie zorgde. Del Bosque paste na een uur spelen zijn tweede wissel toe, Jesús Navas voor David Silva, en hoopte op meer creativiteit via de zijkanten. Het was echter veelzeggend dat Xabi Alonso en Xavi uit de moed der wanhoop van afstand probeerden te scoren, zonder succes.

Portugal hoopte in de slotfase op een ingeving van Ronaldo, maar de sterspeler was alleen dreigend via vrije trappen en besloot een goede counter in de slotminuut met een hopeloos schot: dé kans op de winnende treffer in de reguliere speeltijd. In de eerste helft van de verlenging hielden de teams elkaar in evenwicht. Pas in de laatste minuten ontstond er even paniek in de Portugese defensie. Na een goede actie van Alba op links leek Iniesta voor de 1-0 te zorgen. De diagonale inzet van de dribbelaar werd door Rui Patricio tot corner verwerkt. Een vrije trap van Sergio Ramos ging maar net over de linkerkruising van het doel van de Portugezen.

Hoewel Spanje in de eerste negentig minuten al drie wissels had toegepast en in aanloop naar de halve finale twee dagen minder rust had dan Portugal, maakte het team van Del Bosque in de tweede helft van de verlenging de meest actieve indruk. Heel voetbalminnend Spanje dacht dat Pedro in de 113de minuut na een lange bal voor de 1-0 ging zorgen, maar hij moest het afleggen tegen de Portugese verdedigers. In de strafschoppenserie waren Alonso (redding Rui Patricio), Joao Moutinho (redding Casillas), Iniesta (raak), Pepe (raak), Gerard Piqué (raak), Nani (raak), Ramos (raak, Panenka), Bruno Alves (lat) en Fàbregas (raak) de hoofdrolspelers.