'Te makkelijk om Koster verantwoordelijk te houden voor resultaten'
Adrie Koster lijkt voorlopig nog niet te hoeven vrezen voor zijn baan als coach van Club Brugge. Directeur Pol Jonckheere neemt de Nederlandse oefenmeester publiekelijk in bescherming. “Iedereen is verantwoordelijk: trainer, technische staf, maar ook de spelers. Zij krijgen de kans om voor een topclub te spelen en niet alleen om hun eigen talent te ontwikkelen, maar om als team te spelen”, zegt de directeur woensdag tegen Sporza.
Koster (55) is bezig aan zijn tweede seizoen in België, nadat hij eerder werkzaam was bij diverse clubs in Nederland. Vorig seizoen werd zijn team nog tweede achter kampioen Anderlecht, maar op dit moment staat Club Brugge zesde. De eerste wedstrijd in de groepsfase van de Europa League eindigde in 1-1 tegen PAOK Saloniki; donderdagavond wacht een uitduel tegen Villarreal.
Jonckheere zegt dat het team niet met een ongerust gevoel toeleeft naar de confrontatie met de Spaanse club. “Ik baseer mij op onze duels van de laatste twee jaar in Spanje. Tegen Valencia hebben we altijd goede resultaten behaald. Het voetbal in Spanje is het soort voetbal dat onze jongens zelf graag zouden spelen en ze weten dat deze matchen weerklank hebben in Europa.”
“Maar laten we wel wezen, we spelen tegen de absolute top. Villarreal is een schitterende ploeg, met veel talent en veel goeie balwisselingen. Ik wil twee dingen zien. Een goed resultaat en karakter. Het voor Club typerende bloed, zweet en tranen.” Dat Club Brugge pas dertien van de mogelijke 27 punten pakte in de Jupiler Pro League, noemt Jonckheere 'ernstig'. “Maar als je naar de manier van voetballen kijkt, moeten we de zaak niet dramatiseren.”
“Het talent is er, maar het moet keren. We moeten meer resultaatgericht gaan voetballen. Het concentratieverlies en de nonchalance moeten eruit. Want op dit moment ben ik, net als de supporters, heel ontgoocheld. Maar ik vind het al te makkelijk om de trainer daarvoor verantwoordelijk te houden. Iedereen is verantwoordelijk: trainer, technische staf, maar ook de spelers. Zij krijgen de kans om voor een topclub te spelen en niet alleen om hun eigen talent te ontwikkelen, maar om als team te spelen.”