‘Tegen Napoli zag ik jongens van Feyenoord die wel dat tempo hoger kunnen’
Feyenoord ging dinsdagavond met 3-1 onderuit tegen Napoli en na de zeperd in eigen huis tegen Manchester City vormde dat voor de regerend landskampioen de tweede nederlaag op rij in de Champions League. Kees van Wonderen zag echter ook lichtpuntjes in het duel met i Partenopei.
“Tegen Napoli vond ik het er al veel beter uitzien dan tegen Manchester City. Het verschil is veel groter dan in mijn tijd als speler”, analyseert de oud-verdediger tegenover De Telegraaf. Van Wonderen denkt dat de spelers van Feyenoord nu het niveau kennen en weten wat er voor nodig is om dat te benaderen: “Tegen Napoli zag ik jongens op het veld, met Sofyan Amrabat, Tonny Vilhena, Karim El Ahmadi, Jens Toornstra en Jean-Paul Boëtius, die echt wel dat tempo hoger kunnen en hard werken.”
Giovanni van Bronckhorst werd door blessures bij Eric Botteghin en Jan-Arie van der Heijden gedwongen te starten met een centrum bestaande uit Jeremiah St. Juste en Renato Tapia. Van Wonderen was niet onaangenaam verrast door het spel van het duo: “Ik weet dat Tapia écht op hoog niveau kan spelen en het maakt hem ook niet uit tegen wie of op welk podium, maar hij moet wel zijn verantwoordelijkheid nemen. Dat nonchalante kan ervoor zorgen dat de staf weer voor Sven van Beek kiest nu hij fit is, maar ik vond dit centrum met Renato en St. Juste wel lef hebben.”