Transfer Basacikoglu onderstreept zeer matig aankoopbeleid Feyenoord
Bilal Basacikoglu maakte in juli 2014 de overstap van SC Heerenveen naar Feyenoord. Waar veel transfers al maanden in de lucht hangen, was deze overstap voor velen behoorlijk verrassend. De op dat moment negentienjarige buitenspeler had er slechts 22 duels in het eerste van de Friezen opzitten, waarin hij zes doelpunten en vijf assists produceerde. Het transferbedrag van drieënhalf miljoen euro was dan ook aardig stevig voor een jongen die pas een half jaar daarvoor zijn doorbraak beleefde, zeker gezien de financiële voorzichtigheid die Feyenoord op dat moment moest betrachten.
Martin van Geel vertelde bij de presentatie van zijn nieuwe aanwinst dat zijn beleid erop gericht is spelers uit de eigen jeugdopleiding aan te vullen met grote talenten van buitenaf. De gedachtegang was dergelijke jongens voor een langere tijd te binden en ze aan de hand van ervaren spelers verder te laten ontwikkelen. Basacikoglu tekende een contract voor vier seizoenen en zit nu op de helft van die periode. In de twee jaar dat hij nu bij Feyenoord speelt, kwam hij 51 duels in actie en maakte hij zes doelpunten en gaf hij drie assists. Opvallende statistiek is dat hij maar zes keer de kans kreeg om de gehele wedstrijd zijn kunsten te tonen.
Inmiddels lijkt een vertrek naar Trabzonspor aanstaande, waarmee de periode van Bilal bij Feyenoord voorlopig ten einde komt. Naar verluidt zal de speler eerst een jaar verhuurd worden met een optie tot koop. Hoewel de hoogte van deze clausule niet bekend is, lijkt het onwaarschijnlijk dat dit bedrag in de buurt komt van de aankoopsom van drieënhalf miljoen. Daarnaast is er het risico dat wanneer zijn verblijf in Trabzon geen succes wordt, Bilal nog maar één contractjaar te gaan heeft en bijna geen restwaarde meer vertegenwoordigt. Daarmee heeft de genomen gok zich niet uitbetaald.
De Nederlandse top probeert er wel vaker ‘snel bij te zijn’, zodat de transferbedragen nog enigszins betaalbaar zijn. Zo haalde PSV onder leiding van Jan Reker en Adrie van Kraaij ooit Stef Nijland voor vier miljoen op uit Groningen met het idee ‘als je talenten niet vroegtijdig vastlegt, zijn ze niet meer te betalen’. Ajax probeerde hetzelfde in het hoge noorden met Richairo Zivkovic en ook Daley Sinkgraven lijkt ondanks de stevige transfersom te snel opgepikt. Aan vroegtijdig handelen kleeft een flink risico en goedkoop blijkt niet zelden duurkoop. Daarnaast is de stap van de subtop naar de top voor veel ervaren spelers al behoorlijk, laat staan voor de 'groentjes'.
Desalniettemin kan één juiste keuze ook een heleboel goedmaken, zoals bij Kevin Strootman die een half jaar in Utrecht speelde toen PSV hem overnam en later voor bijna twintig miljoen doorverkocht aan AS Roma. Strootman had echter ook al twee seizoenen Eredivisie-ervaring opgedaan bij Sparta, waardoor hij al langer bekeken kon worden op het hoogste niveau. Ron Vlaar is ook zo’n naam waarbij snel handelen heeft uitbetaald, maar die aankoop is al ruim een decennium geleden. Wat dat betreft is het eigenlijk altijd beter talenten langer de tijd te geven zich te laten zien, ook al zal de prijs daardoor vaak hoger uitvallen en bestaat het risico dat de concurrentie ermee aan de haal gaat.
Van de laatste tien spelers die Feyenoord voor meer dan één miljoen oppikte in de Eredivisie zijn er drie verkocht en deze zijn gezamenlijk goed voor een totaal verlies van 8,5 miljoen euro. Kijkend naar de nog in Rotterdam aanwezige namen lijkt vooralsnog alleen keeper Kenneth Vermeer in waarde gestegen, hoewel het nog te vroeg is de nieuwe jongens goed te beoordelen.
Veel voetbalfans zijn kritisch op scouts die met voordehand liggende namen op de proppen komen, maar niet vanzelfsprekende aankopen als Basacikoglu, Cissé en Tapia hebben ook hun vruchten (nog) niet afgeworpen. Daarnaast is Van Geel zelden gelukkig in zijn aankoopbeleid. Alle betaalde aankopen van afgelopen seizoen hebben nog niet geheel overtuigd, inclusief Simon Gustafson. Verder had Feyenoord er wellicht beter aangedaan voor een miljoen extra Davy Pröpper te verleiden naar Rotterdam te komen in plaats van Marko Vejinovic. Achteraf is het gemakkelijk praten, maar als het om miljoeninvesteringen gaat, lijkt Van Geel consequent de verkeerde te kiezen.
De successen die Feyenoord de afgelopen jaren wel kende op de transfermarkt waren ironisch genoeg allemaal laag in risico. Graziano Pellè werd eerst een seizoen gehuurd, Darryl Janmaat werd gratis opgepikt bij sc Heerenveen en Jordy Clasie, Leroy Fer, Georginio Wijnaldum, Stefan de Vrij en Bruno Martins Indi waren jeugdproducten van Varkenoord. Andere smaakmakers als John Guidetti, Ryo Miyaichi, Ruben Schaken en Dirk Kuyt werden op huurbasis of transfervrij overgenomen. In dat opzicht kunnen de schaarse euro’s beter gebruikt worden voor absolute versterkingen in plaats van breedteaankopen, hoewel de voetballerij natuurlijk nooit garanties kent.