Turkcell Süper Lig of de Eredivisie?
In Nederland kennen we een multiculturele samenleving. Amateurteams met een selectie waarin acht verschillende nationaliteiten zitten, spelen in vrede samen. Ook wordt er veel gediscuseerd over het verschil tussen het Nederlandse voetbal, en die van andere landen. Vaak wordt de vergelijking met Turkije aan het daglicht gesteld.
In Nederland staat het spel centraal, supporters zullen nog klagen na een behaalde overwinning, omdat de veldbezetting niet juist was, de opbouw van achteruit niet soepel verliep. In Turkije echter zijn de supporters al tevreden met een minimale overwinning, ze storten zich op de straten en zingen kampioensliederen. Het voetbal in Turkije is een cultuur geworden, supporters maken overuren om met hun minimale loon kaartjes te kunnen kopen voor een thuisduel. In Nederland echter wordt het meer gezien als een uitgaansgelegenheid. Het voetbal leeft meer in Turkije, laat dat duidelijk zijn.
Het niveau in beide landen kan ook ter discussie gesteld worden. In Turkije is het spel vooral gericht op het fysieke gedeelte, het is afwachten op een geniale ingeving van de nummer ‘10’ die afgelopen transferperiode met veel heisa is binnengehaald. In Nederland draait het meer om het totaalplaatje, het gaat om het goede voetbal. Dit verklaart ook voor mij het verschil in doelpunten in beide competities. In Turkije wordt er relatief gezien minder gescoord, omdat verdedigen centraal staat. Eerst de nul houden, en kijken of je een doelpunt kan scoren. In de Eredivisie proberen de teams echter te voetballen, waardoor er meer ruimtes ontstaan. Hierdoor zullen we regelmatig hogere scores zien.
Maar in Turkije, zoals eerder vermeld, leeft het voetbal veel meer. Dit komt omdat het een onderdeel is van het leven, het is een hoofdzaak. Waar voetbal in vele andere landen een bijzaak is, staat het in Turkije centraal. Neem bijvoorbeeld de komst van Cassio Lincoln, of Roberto Carlos. Als Barrack Obama zou komen zou er niet zoveel media-aandacht zijn, ook de supporters die deze sterren opwachtten spraken boekdelen. De laatste jaren wordt er echter ook veel aandacht besteed aan de schoonheid van het voetbal, vandaar dat namen als Vicente del Bosque en Frank Rijkaard werden gehaald. Dit getuigt van visie, beter laat dan nooit.
In Nederland wordt er veel meer aandacht geschonken aan de jeugdopleidingen, de spelers worden klaargestoomt voor het eersye elftal. In Turkije echter draait het alleen maar om het eerste team, de jeugd krijgt niet de aandacht die het verdient. Nu heeft Galatasaray, met Rijkaard, een man met visie binnengehaald en ook de jeugdopleiding voorzien van een nieuw wind. Ze hebben het goede voorbeeld gegeven, nu hopen dat de andere teams het voorbeeld volgen.
Echter kampt Turkije met één probleem, de 6+2 regeling. Dit betekent dat je in de selectie maar acht buitenlanders mag hebben, waarvan je er maximaal zes in het veld mag laten staan tijdens een wedstrijd. Hierdoor is men genoodzaakt rekening te houden met de nationaliteiten van de spelers, waardoor vaak niet het sterkste team op het veld staat. Op het Europese podium is dit geen probleem.
De dag dat deze regeling als sneeuw voor de zon opgaat, is de dag dat er zege gevierd zal worden. Er zullen makkelijker risico’s met buitenlandse talenten worden genomen, ook zullen er in het beloften-elftal niet-Turkse namen op de shirts verschijnen. Door deze afschaffing zal het Turkse voetbal, in een korte periode, het Nederlandse voetbal overstijgen. Ik zeg DOEN!