Tweede tijdperk-Van Gaal begint met knotsgekke derby
Iedereen is het erover eens dat België over een uitzonderlijke generatie spelers beschikt, maar tot grootse resultaten heeft het nog niet geleid. Onder bondscoach Marc Wilmots maken de Belgen een frisse start op weg naar het WK van 2014 in Brazilië. Stiekem rekende men op een overwinning op het Nederlands elftal, dat woensdagavond op bezoek kwam in Brussel. Daar leek het na twee snelle doelpunten van Oranje na rust niet op (1-2), maar met drie treffers binnen vijf minuten draaide België de stand helemaal om: 4-2.
Het Nederlands elftal was in de eerste tien minuten strijdvaardiger dan de Belgen, maar tot echt grote kansen kwam Oranje niet. De thuisspelende partij liet vervolgens zien niet onder de indruk te zijn van de equipe van nieuwbakken bondscoach Louis van Gaal en nam langzaam maar zeker het initiatief over. Het eerste wapenfeit was een schot van ex-Ajacied Jan Vertonghen, maar doelman Maarten Stekelenburg kon op zijn plek blijven staan om de bal uit de lucht te plukken. Even later was het wel raak: Christian Benteke, die het in de strijd om een basisplaats had gewonnen van Romelu Lukaku, schoof via Stekelenburg de 1-0 tegen de touwen. Daar gingen een actie van Kevin Mirallas en een uitglijdende Joris Mathijsen aan vooraf. Nederland was de weg even helemaal kwijt en kwam goed weg toen Tukker Nacer Chadli voor eigen succes ging terwijl Eden Hazard vogelvrij stond.
Oranje kwam weer beter in de wedstrijd en was vooral over de rechterkant, via Luciano Narsingh, gevaarlijk. Door het goede werk van de buitenspeler van PSV schoot debutant Ricardo van Rhijn via de vingertoppen van Thibaut Courtois naast, vond Klaas-Jan Huntelaar de keeper op zijn pad met een schot in de korte hoek en kreeg Van Rhijn geen penalty toen hij ondersteboven werd gelopen in het strafschopgebied. Het bleef tot het rustsignaal 1-0 en Van Gaal maakte van de gelegenheid gebruik om vier nieuwe spelers te brengen: Stefan de Vrij, Nick Viergever, Bruno Martins Indi en Adam Maher. Door de komst van de eerste drie, met Van Rhijn die was blijven staan, bestond de Nederlandse defensie na de onderbreking enkel uit debutanten.
Vooral het inbrengen van Feyenoorder Martins Indi bleek een gouden greep. Acht minuten na de pauze stuurde hij Robben weg over links, die de bal hard en laag voor het doel gaf. Huntelaar ging nog aan het ding voorbij, maar Narsingh kwam bij de tweede paal goed aangelopen om binnen te werken. Nauwelijks twee minuten later waren Martins Indi en Robben opnieuw betrokken bij een doelpunt. De linksachter speelde diep op Huntelaar, maar Robben ging er met de bal vandoor en legde breed op zijn Bundesliga-collega. Die vond het lege net voor de 1-2.
Er ging een golf van ontzetting door het Koning Boudewijnstadion en voor de ploeg van bondscoach Marc Wilmots was dat het sein om nadrukkelijk op zoek te gaan naar de gelijkmaker. Een hard schot van Chadli, een enorme kopkans van Kevin De Bruyne, een kopbal van Chadli, een schot met links van Lukaku: er hingen doelpunten in de lucht. Die vielen dan ook. Eerst leed De Jong op een ontzettend gevaarlijke plek balverlies en zag hij PSV’er Dries Mertens er met de bal vandoor gaan. Die faalde niet, waarna hij ook Lukaku in staat stelde om de 3-2 te maken. Vertonghen completeerde de knotsgekke vijf minuten door, opnieuw dankzij voorbereidend werk van Mertens, Stekelenburg voor de vierde maal kansloos te laten.