Valentijn Driessen uit kritiek na PSV - Ajax: ‘Ze lieten ze in de steek’
Valentijn Driessen zag zondagmiddag naar eigen zeggen een ‘armoedige’ versie van de topper tussen PSV en Ajax (1-1). De chef voetbal van De Telegraaf suggereert dan ook om de krachtmeting tussen de twee titelfavorieten in het Philips Stadion snel te vergeten. “Op één moment van PSV na en drie van Ajax leek het nergens op wat beide ploegen aan de bal lieten zien”, zo oordeelt Driessen maandag in zijn column in het dagblad.
Driessen zag zijn teleurstellende conclusie over het duel lenigszins aankomen. “Kan je ‘voetbal’ verwachten als vier van de zes middenvelders Pablo Rosario, Jorrit Hendrix, Lisandro Martinez en Edson Álvarez heten?”, vraagt de journalist zich openlijk af. “Nee, dat kwartet is beter in het afbreken dan het opbouwen en dat bewezen zij in Eindhoven. Bij Ajax zat er nog een beetje voetbal van achteruit in en vandaar dat zij beter scoorden qua percentage balbezit met 57% tegen 43%.”
“Bij PSV dachten de achterste vier en doelman Jeroen Zoet dat Luuk de Jong nog in de spits speelde in plaats van Donyell Malen.” Driessen wijst erop dat de bal in een lange streep naar voren ging om in een niemandsland terecht te komen of in de voeten van een speler van Ajax. “Terwijl Dusan Tadic, David Neres en Hakim Ziyech met kort daarachter Quincy Promes toch niet bekend staan om hun arbeid bij balverlies.”
“Het lukte de beperkte PSV-verdedigers niet om onder de druk uit te spelen en vandaar liepen de vier ’cowboys’ er meestal verloren bij.” Bij PSV lukte het niet om Mohamed Ihattaren fatsoenlijk aan de bal te krijgen, met dank aan Martinez en Álvarez. “Het duo liet op zijn beurt de aanvallers van Ajax weer in de steek. Ook zij kregen nauwelijks bespeelbare ballen van achteruit”, besluit Driessen. “Vooraf was sprake van een topwedstrijd, maar het was onterecht dat beide coaches de kwalificatie ‘topwedstrijd’ na afloop nog in de mond namen want daar was geen sprake van.”