Van Beek terug van ‘Cissé-blessure’: ‘Ik kreeg applaus op de training'
Sven van Beek keerde eind vorig jaar terug bij Feyenoord. Anderhalf jaar lang had hij aan de kant gestaan met een blessure aan zijn voet. De 23-jarige verdediger kijkt in gesprek met het Algemeen Dagblad terug op een loodzware periode, waarin hij vanaf de zijlijn zag hoe zijn Feyenoord kampioen werd. “Feyenoord is mijn club, maar ik had in de titel geen enkele inbreng gehad. Ik zal ook nooit zeggen dat ik kampioen ben geworden met Feyenoord. Ik trainde af en toe mee, maar dan lag ik er snel weer uit. Er nu over praten doet nog altijd zeer”, klinkt het.
Een breuk in een botje in zijn voet hield Van Beek anderhalf jaar lang aan de kant. In het seizoen 2015/’16 kreeg hij er last van en in de zomer van 2016 werd de verdediger er aan behandeld. Een lange periode volgde, waarin hij zijn ploeggenoten succes zag hebben en Van Beek zelf amper normaal kon lopen. Men noemde het een ‘Cissé-blessure’, verwijzend naar de mysterieuze voetblessure van ex-Feyenoorder Sekou Cissé. De Ivoriaanse aanvaller had last van zijn teen en kwam daardoor nauwelijks in actie voor de Rotterdammers. “Alleen was bij Sekou dat piepkleine botje aan het afsterven. Bij mij was er sprake van een kleine breuk. Ik weet nog wel dat mensen bij Cissé vaak spottend reageerden. ‘Daar heb je die Cissé weer met dat teentje’, dat werk. Ik weet zeker dat al die mensen daar meteen van zouden terugkomen als ze zelf zouden voelen wat die blessure met je doet.”
Na een operatie die door de medische staf van Feyenoord werd getypeerd als ‘de poort naar de hel’, waarin het botje in de voet van Van Beek voor de helft werd weggesneden, stond de verdediger er weer. “Ik kreeg applaus op de training toen ik weer voluit mocht gaan in een partijspel”, aldus Van Beek, die aangeeft dat hij door de zware periode veranderd is. “Die blessure heeft mij mentaal ijzersterk gemaakt. Ik ben ook dingen gaan inzien. Ik ben erachter gekomen hoe hard het leven kan zijn. Mensen zijn veelal met zichzelf bezig. Als het even tegenzit, kijken sommigen niet meer naar je om. Zelfs mensen van wie je dat nooit had gedacht.”
“Toen Ridgeciano Haps zijn sleutelbeen brak, heb ik hem meteen een berichtje gestuurd. En toen we tegen FC Groningen speelden, was er een omhelzing met Mike te Wierik. Hij informeerde soms hoe ik er voor stond. Was ik hem dankbaar voor”, aldus Van Beek. “Ook vanuit Feyenoord toonden mensen interesse. Dat heb ik enorm gewaardeerd.”