Van Bommel: ‘Misschien ben ik dan wel helemaal geen trainer meer’

Mark van Bommel is bij PSV bezig aan zijn eerste klus als hoofdtrainer op het hoogste niveau. Na het WK met Australië volgde hij in Eindhoven Phillip Cocu op en dat gaat hem vooralsnog goed af. In de Eredivisie werden de eerste negen wedstrijden op rij gewonnen en ligt zijn ploeg op titelkoers. Waar hij als speler nog regelmatig onder vuur lag, is er tot dusver louter positiviteit rondom zijn persoon. “De manier waarop ik nu met de media omga, verschilt niet met hoe ik dat vroeger deed. Alleen dan ligt de nadruk meer op de voetballer. Ik ben nu trainer, van het grote geheel. Ik kan nu niemand een schop geven, bij wijze van spreken”, zegt hij tegen De Telegraaf.

Van Bommel was bij zijn clubs als speler geliefd, terwijl zijn acties bij de tegenstanders vaak onder een vergrootglas lagen. Hij maakte dat mee als speler van PSV, Barcelona, AC Milan en Bayern München. “Als voetballer was ik eigenlijk alleen maar geliefd in Eindhoven, of waar ik dan ook speelde. Ik probeerde me altijd te identificeren met het elftal waar ik speelde”, vertelt de trainer van PSV. “En bij al die clubs werd ik gewaardeerd, heel erg zelfs. Door de mensen binnen de organisatie, maar ook door de fans. Dat hoort ook wel een beetje bij de voetballer Van Bommel. Omdat ik misschien wel on-Nederlands was en er alles aan deed om te winnen.”

De coach van de Eindhovenaren is goed op de hoogte van wat er in de media over zijn team wordt gezegd en geschreven. “Ik lees veel, maar wel steeds minder omdat ik het er niet altijd mee eens ben. Ik houd vast aan mijn eigen visie. Ongeacht wat er geschreven wordt. Als trainer moet je onafhankelijk denken. Ik werk elke dag met die spelers, praat met ze en weet hoe ze zich voelen. Dat zien de mensen vaak niet”, aldus Van Bommel. “Die baseren zich op negentig minuten en daar hebben ze dan een mening over. Zo hoort het ook. Maar als trainer zijnde moet ik mij daar niets van aantrekken.”

PSV gaat zaterdagavond op bezoek bij FC Groningen en neemt het daar op tegen de ploeg van trainer Danny Buijs. Laatstgenoemde maakt een zwaar debuutjaar mee in de Eredivisie. Waar Groningen mee wilde spelen in het linkerrijtje, is het de hekkensluiter van de competitie. Van Bommel kan zichzelf goed in de situatie van Buijs verplaatsen.”Soms denk je dat je supergoed voorbereid bent, maar er gebeuren dagelijks dingen die je niet in de hand hebt. Maar dat zijn dan wel zaken die ik als coach moet oplossen, of dat ik in zo’n situatie de juiste dingen moet zeggen. Dat is het leerproces waar ik zelf ook inzit. Ik zeg niet dat ik alles al heb ervaren. Integendeel. Ik maak nog zoveel nieuwe dingen mee. Dat zal over vijf, zes, zeven jaar nog steeds zo zijn als ik trainer ben. Misschien ben ik wel helemaal geen trainer meer. Dat weet je nooit.”