Van der Sar moet zich zorgen maken over positie: ‘Dan ben je aan de beurt’
Steeds meer pijlen rondom Ajax richten zich op Edwin van der Sar, zo concluderen de analisten van ESPN dinsdagavond in Voetbalpraat. Kees Kwakman vindt het niet meer dan logisch dat de algemeen directeur van de uittredend landskampioen nu ook aan de beurt is. Mario Been onderstreept dat en stelt dat er te veel mis gaat bij Ajax, ook in de behandeling van mensen die veel voor de club hebben betekend.
Volgens Kwakman is het logisch dat Van der Sar nu het mikpunt van kritiek is. “Hij is eigenlijk de enige die nog over is, waar de pijlen op gericht kunnen worden. Overmars is weg, Blind ook, Ten Hag is weg, Schreuder is weg, er zijn meer mensen die nu vertrekken. In dat opzicht is er niet veel meer over, en hij is de algemeen directeur. Hij heeft zich ook nog eens met het technische gedeelte bemoeid in de afgelopen periode, dus dan word je daar ook op aangesproken. Ik denk dat het volkomen logisch is dat zijn naam nu genoemd wordt.”
Kwakman vindt dat Van der Sar goed in de spiegel moet kijken. “Dat is de verantwoordelijkheid die je moet dragen. Zeker als het slecht gaat, dan ben je aan de beurt.” Mario Been stelt dat er een hoop zaken verkeerd worden behandeld in Amsterdam. “Het gaat vaak wel om de toon van de muziek. Dat er mensen weggaan bij een club is overal het geval. Maar als ik dan (Winston, red.) Bogarde hoor, die gewoon even een mededeling krijgt, en niet eens een uitleg, dan zijn dat dingen die zo’n oud-speler wel steken. Dat heeft mij ook pijn gedaan toen ik bij Feyenoord wegging.”
Marciano Vink, die als voetballer vijf seizoenen voor Ajax speelde, vraagt zich af waarom Ajacieden altijd iemand met het ‘Ajax-dna’ willen zien. “Als ik naar Feyenoord kijk, dan heeft (Dennis, red.) Te Kloese ook niet echt het ‘Feyenoord-dna’ toch? Arnesen had dat ook niet. Hoeveel mensen lopen er bij Feyenoord in de directie rond met dat dna? Het is dus niet een vast gegeven dat er op iedere positie iemand met het ‘Ajax-dna’ moet zitten. Al is het op de werkvloer, en bij jeugdteams, wel handig om mensen te hebben die op het allerhoogste niveau gepresteerd hebben. Je moet eigenlijk een gezonde mix hebben.”