Van Marwijk niet te spreken over ruwe Tunesiërs

Het gelijkspel tussen Nederland en Tunesië (1-1) was voor bondscoach Bert van Marwijk maar moeilijk te verteren. De trainer van Oranje zag een opponent dat met harde tackles zo nu en dan behoorlijk over de schreef ging, maar haalde hier tevens het positieve uit. Ook vond hij dat zijn elftal veel meer met het geboden balbezit had moeten doen.

Van Marwijk sprak na afloop tegenover de camera van SBS6 over een wedstrijd waarin zijn spelers ‘aanslagen op de ledematen’ te verwerken kregen. “Ook hier moeten we mee leren om te gaan. Wat dat betreft was het een hard maar nuttig duel”, vatte de Overijsselse keuzeheer samen. “We hebben niet veel ervaring met Afrikaanse tegenstanders. Ook daarom was het wel zinvol.”

In de eerste helft vond Van Marwijk het tempo van Oranje te laag. “We hadden zeventig procent balbezit. Daar hebben we te weinig mee gedaan. Ook omdat we het spel te weinig hebben verplaatst”, zei hij verder. “In tweede helft waren we ook gevaarlijker. Het spel werd wat sneller, en we hebben meer kansen gecreëerd.”

Het debuut van Edson Braafheid kon Van Marwijk, die ook Gregory van der Wiel zijn eerste interland liet spelen, wel bekoren. “Hij heeft zich in moeilijke omstandigheden, met irritante tegenstanders, goed staande gehouden.”

Ook André Ooijer, die als aanvoerder de absente Giovanni van Bronckhorst verving, had eveneens weinig goede woorden over voor het ruwe spel van de Tunesiërs. “Als de scheidsrechter er bovenop zit is het meestal nog wel te doen. Maar dat was nu niet bepaald het geval. Daarom was het soms uitkijken voor ons”, was de verdediger van Blackburn Rovers zich bewust.