‘Van Valentijn Driessen kan ik écht enorm genieten!’
Hoofdredacteur Freek Jansen van Voetbal International ging in Kopstukken vanuit Bar & Restaurant NOLA in Utrecht de diepte in over zijn eigen carrière. Na de strenge selectieprocedure haalden niet al zijn verhalen de aflevering, maar daarmee mogen zij niet verloren gaan. In de bonusaflevering Fragmenten & Feitjes vertelt Jansen onder meer over redactionele keuzes en zijn jaartje 'vreemdgaan' met het Algemeen Dagblad.
Door: Justus Dingemanse & Kevin van Buuren
Wie VI zegt, zegt Johan Derksen. De voormalig hoofdredacteur van het blad speelde dan ook een belangrijke rol in de loopbaan van Jansen. De twee ontmoetten elkaar twintig jaar geleden voor de eerste keer, in de periode dat Jansen bij NAC Breda speelde. “Ik studeerde journalistiek en voetbalde, dat was interessant voor hem. Maar ik moest me eerst op voetbal richten”, vertelt Jansen. “Toen ik jaren later niet meer voetbalde, aan het einde van mijn studie zat en wel oren had naar de voetbaljournalistiek, stuurde ik hem een brief. Dat was eind 2006. Een dag later kon ik al op gesprek komen en weer een dag later was ik aangenomen. Dat is nu ondenkbaar.”
De jonge Jansen kwam bij VI terecht in de voetbalkantine van de journalistiek. “De sfeer daar was geweldig. Er werd overal gerookt. En harde humor, ook naar elkaar. Net als bij het voetbal.” In Kopstukken vertelt Jansen over de voetvolleytoernooitjes op kantoor, waar ook Derksen de bal uit het niets ‘ineens vol op zijn linker’ kon nemen en over computers liet vliegen. “Het was heel ontspannen, maar tegelijk moest je ook leveren. Als het slecht was, dan kreeg je dat meteen te horen. Die aanpak kende ik van mijn tijd als voetballer en sprak me ook aan.”
Jansen is positief over zijn periode onder Derksen. Inmiddels is hij zelf ook onderdeel van de hoofdredactie. Zijn manier van leiding geven vergelijkt hij met zijn rol als trainer/speler van zijn amateurclub. “Ik wil graag tussen de redacteuren staan. Sinds een jaar of zes ben ik trainer/speler bij het eerste elftal van LSVV ’70 in Leiden. Ik zie veel raakvlakken. Je wil het beste voor iedereen en met elkaar top presteren, maar soms moet je ook keuzes maken en mensen teleurstellen. Hoofdredacteur moet je trouwens ook niet te groot maken hoor, dat ben ik ook maar toevallig geworden.”
Zichzelf niet te serieus nemen en een positieve houding is een belangrijk kenmerk van Jansen. Echter vermaakt hij zich ook om cynische tegenspelers. “Ik herken me dan ook niet in het beeld dat de journalistiek cynisch zou zijn. Verhalen van collega’s die een dergelijke reputatie hebben, lees en beluister ik met veel plezier. De column van Sjoerd Mossou vind ik geweldig en Valentijn Driessen, daar kan ik ook echt enorm van genieten.” Ook op de redactie van Voetbal International is niet iedereen zo goedlachs als de journalistieke teamspeler. “Dat moet ook niet, je moet juist verschillende karakters hebben. Dat maakt je sterk en ons elftal bij VI vind ik gewoon top.”
Jansen voelde zich altijd al thuis bij ‘zijn club’ VI. Toch verliet hij dat team na 12,5 jaar om bij het AD te werken, toen het blad allesbehalve stevig stond. “Het was een hele roerige tijd, vol bezuinigingen en gedoe rond overnames. Ik was voorzitter van de redactieraad, had dagelijks met iedereen contact, waardoor het me helemaal leeg trok. Er waren zo veel randzaken aan de gang, dat ik niet eens meer met mijn echte werk bezig kon zijn.”
Wat volgde was een korte affaire. Al na een jaar keerde Jansen terug bij het Voetbal International. “Dat was inderdaad snel, ik snapte dan ook dat sommige mensen er van opkeken. Het was alsof ik een nieuwe vriendin had en zei: ‘Je bent heel leuk, maar ik ga toch weer terug naar mijn oude vriendin.’” Desondanks vertrok de ervaren journalist met een wrange nasmaak: “Ik merkte dat, toen ik kenbaar maakte te willen vertrekken, er een hele andere toon tegen mij werd aangeslagen. Dat vond ik in mijn carrière van vijftien jaar het vervelendst. Toch heb ik nergens spijt van, want ik heb ook altijd open kaart gespeeld. En VI is toch mijn thuis.”