voetbalzone

Verhoeven: ‘Dat de NOS dat verhaal overnam, vond ik echt schokkend’

Erik van Dam19 jul 2016, 08:30
Laatst bijgewerkt: 19 jul 2016, 08:30
Advertentie

Op het moment dat Jeroen Verhoeven (36) bekendmaakt zijn professionele voetbalschoenen aan de wilgen te hangen, belt amateurclub ASV De Dijk hem direct om hem te polsen voor een rol als doelman in Amsterdam. Verhoeven hoeft niet lang na te denken en sluit een overeenkomst voor tien maanden. Voetbalzone was benieuwd waarom Jeroen een punt zette achter zijn profcarrière en zocht ‘de Beer van Bussum’ op in zijn nieuwe woonplaats Blaricum. In deel één en deel twee van het uitgebreide interview ging het over zijn loopbaan bij de verschillende clubs. In dit slotstuk vertelt hij over zijn moeilijkste en mooiste momenten, zijn beweegredenen te stoppen en de toekomst.

/

Jeroen, wat was voor jou het moeilijkste moment in je carrière?
“Ik weet nog goed dat we met Ajax bij Spartak Moskou met 3-0 verloren. Normaal kijk ik nooit voetbal terug, maar nu zag ik het toevallig en hoorde de analytici zeggen dat ik niet goed gespeeld had. Ik keek daarna die wedstrijd terug: elf reddingen en ik gaf zelfs nog een bal met buitenkant rechts. Dat was voor mij een realiteitscheck dat de media zaken heel anders kunnen doen voorkomen en zette me aan het denken over de manier waarop voetballers in het hedendaagse voetbal moeten staan. Dingen die op tv gezegd worden, worden snel voor waar aangenomen. Een ander moment was toen voor de wedstrijd bij ADO een verslaggever me vroeg of er twintig pizza’s bij me bezorgd waren. Blijkbaar had iemand dat getwitterd en ik zei ludiek: ‘Mooi, heb ik vanavond wat te eten!’. Dat de NOS dat soort onzinberichten klakkeloos overnam, vond ik wel echt schokkend. Ik dacht: vraag het me dan!”

Wie heeft je het meest gevormd tijdens je carrière?
“Frans Hoek heeft bij Ajax de basis gelegd. Hij heeft waarschijnlijk de meeste invloed gehad. Hij leerde me hoe ik met dingen om moest gaan, hoe ik erin moest staan en hoe ik moest meevoetballen. Ik heb sowieso altijd geprobeerd goed naar alle trainers te luisteren en zoveel mogelijk op te nemen. Ik nam het goede mee en liet het slechte liggen. Bij RKC heb ik in korte tijd veel geleerd door bepaalde situaties anders te interpreteren. Als kind vond ik trouwens Peter Schmeichel geweldig, maar dat was in een hele andere tijd. Toen mocht je de bal nog oppakken met een terugspeelbal.”

/

Wat kwam je zelf tekort voor een carrière als topkeeper?
“Ik miste gewoon kwaliteit voor de echte top. Aan jongens die het wel hebben, zie je het meteen. Maarten Stekelenburg voor het WK; verschrikkelijk, zo goed. Alles klemvast en een enorme rust. Of neem Edwin van der Sar, hij trainde een keer mee. Boven de veertig, maar nog altijd ijzersterk in de korte ruimte. Altijd in positie, snel in zijn handeling, zijn medespelers coachend en dan die strekking die hij nog heeft; dat is het gewoon. Het is als Dennis Bergkamp die een moeilijke bal uit de lucht aanneemt. Niet één keer, maar elke dag weer. Het is elke dag goed, iedere keer perfect. De dingen die voor mij uitzonderlijk waren, hebben de topkeepers als basis. Ik probeerde op mijn manier een hoog niveau te halen, maar dat was wel altijd met elf man met de neuzen in dezelfde richting.”

Aan welk moment heb je de mooiste herinneringen?
“Aan de titel van FC Volendam heb ik een grote bijdrage geleverd, maar het ultieme sportgenot was de kampioenswedstrijd met Ajax tegen FC Twente. Die spanning, die drive en die emotie in de kleedkamer. Voor de wedstrijd schudde de ArenA al, dat hadden we nog nooit zo meegemaakt. Bij het naar buiten lopen stond er muziek op van Darkraver en het hele publiek ging uit zijn plaat. Toen kwam FC Twente het veld op. Eerst liepen ze nog breed uitgewaaierd, maar ze gingen steeds dichter bij elkaar lopen. André Ooijer en ik keken elkaar toen aan en wisten: dit gaat niet meer verkeerd. Er was zoveel geluid en zoveel emotie rond die dertigste titel. Die climax was zó enorm. Ik speelde weliswaar niet, maar kon er echt van genieten. Je traint daar elke dag voor met elkaar.”

/

Wat is de belangrijkste reden dat je gestopt bent als profkeeper?
“Ik begon me steeds meer te ergeren aan de mentaliteit. Het gaat naar mijn mening tegenwoordig te veel om ‘ik’. Je leest in al die interviews: ‘ik moet beter worden, ik ga daar naartoe’, dat is niet mijn ding. Ik heb geleerd dat je beter wordt door in een team te renderen. Daar moet de focus op, want dan wordt de club meer waard en jijzelf ook. Ik zie jongens keihard trainen met persoonlijke trainers, maar hoe ze met elkaar om moeten gaan weten ze niet meer. Als keeper probeerde ik bijvoorbeeld te leren op welk been een verdediger het liefst ingespeeld werd. Bij veel clubs lijkt die mentaliteit van elkaar helpen er uit en vindt iedereen het prima, zolang ze er zelf goed uitzien. Het maken van een eigen actie staat centraal. Ik hoefde helemaal geen bal te hebben, zolang we presteerden. Misschien wordt het leeftijdsverschil ook te groot, sommigen van die gasten hadden mijn zoon kunnen zijn.”

Is het nu wennen om op amateurbasis te keepen?
“Ja, voor mij is het ook allemaal weer nieuw. Ik kom binnen met de instelling van een profvoetballer. Als iemand niet komt opdagen op een eerste training of niet bij een wedstrijd kan zijn omdat hij wat belangrijks heeft, vind ik dat lastig te begrijpen. Ik laat het allemaal maar even begaan. Ik heb jarenlang bijna dagelijks op het veld gestaan en nu train ik drie keer per week en speel een wedstrijd. Ik heb een afspraak gemaakt voor de komende tien maanden en daarna kijken we verder. ASV De Dijk is een ambitieuze club die graag omhoog wil. Dat is nu ook een stuk makkelijker geworden met de nieuwe divisies in de voetbalpiramide.”

/

Ga je er nog wat naast doen, nu je plots zoveel vrije tijd hebt?
“Hayler Tamboer, oud-voetballer van Go Ahead Eagles en een goede vriend van mij, heeft de zorginstelling ‘Het P.L.E.I.N der mogelijkheden’ in Amersfoort, waar hij werkt met kinderen met autisme en ontwikkelingsstoornissen. Deze groep valt buiten school en het reguliere systeem. Die jongens zijn nu zeventien of achttien en moeten gaan stagelopen en werken. We zijn bezig die kinderen te helpen door ze een bedrijf te laten runnen onder onze begeleiding. Ze hebben structuur nodig en we zijn op het moment op zoek naar een locatie voor dit project. Het idee is een indoorspeeltuin met klaslokalen te realiseren zodat ze afwisselend kunnen werken en leren. Wat is er mooier dan samen maatschappelijk bezig te zijn?”

Tot slot, volg je het profvoetbal nu thuis vanaf de bank?
“Ik kijk eerlijk gezegd eigenlijk nooit voetbal. Als je drie keer in de week analyses krijgt van clubs en zo vaak op het veld staat, raak je wellicht een beetje verzadigd. Van het hele EK heb ik bijvoorbeeld alleen maar België-Wales gezien. Die wedstrijd was trouwens een mooie demonstratie van de kracht van het team boven het individu. Je zag zo’n Gareth Bale maar blijven rennen op die ballen, zonder te zeiken, en daarmee trok hij de rest van het team mee. Dat was ook het verschil met België: die deden het niet met elkaar, terwijl ze individueel tien keer beter waren. Dat Wales dan doorgaat vind ik prachtig; echt een teamprestatie.”