Villa-bestuurslid boos op O'Neill: 'Niemand is groter dan de club'
Charles Krulak heeft in de Engelse pers uitgehaald naar Martin O’Neill. Het bestuurslid van Aston Villa en rechterhand van voorzitter Randy Lerner snapt niets van de beweegredenen van de opgestapte trainer. O’Neill diende maandag zijn ontslag in bij de club uit Birmingham, naar verluidt na een conflict over het transferbeleid en de financiële mogelijkheden bij Villa.
Krulak laat tegenover fansite VillaTalk weten dat hij het vertrek van de Noord-Ierse oefenmeester betreurt. “Deze kwestie gaat helemaal niet om het feit of Martin goed werk heeft verricht voor Aston Villa. Hij heeft het hier geweldig gedaan, en dat heeft het bestuur keer op keer laten horen.” De Amerikaan snapt dan ook niet dat O’Neill zich blijkbaar niet kon vinden in de financiële situatie van Villa. De oud-trainer van Leicester City en Celtic zou volledig op de hoogte zijn geweest van de (on)mogelijkheden bij zijn club en daar in samenspraak met Lerner akkoord mee zijn gegaan.
“Ik kan iedereen beloven dat Martin wist van de situatie bij de club en het feit dat Villa de salarissen terug probeert te dringen. Elke club moet dat doen. De eigenaar heeft Martin vier jaar lang gesteund; kijk alleen maar naar het geld dat hij uit heeft mogen geven. De realiteit is dat we de kosten nu terug moeten brengen en Martin was niet bereid om daar aan mee te werken. Nu is hij opgestapt. Maar niemand is groter dan de club. Ik niet, Randy Lerner niet, Paul Faulkner (algemeen directeur van Aston Villa, red.) niet en Martin O’Neill niet. Helaas blijken drie van hen dat maar te snappen.”
Ondertussen komt de zoektocht van Villa naar een nieuwe trainer langzaam op gang. Lerner zou inmiddels een lijst met kandidaten hebben opgesteld. Kevin MacDonald, coach van het reserve-elftal, neemt aanstaande zaterdag nog de honneurs waar. Villa speelt dan in eigen huis tegen West Ham United. Bob Bradley (bondscoach Verenigde Staten), Martin Jol (Ajax), Sven-Göran Eriksson en Jürgen Klinsmann (beiden zonder club) worden in de Britse media naar voren geschoven als mogelijke opvolgers van O’Neill.