voetbalzone

'We hebben in de jeugd samengespeeld, ooit zal De Kuip van ons zijn'

Matthijs van Laar19 okt 2012, 11:20
Laatst bijgewerkt: 19 okt 2012, 11:20
Advertentie

Elvis Manu kan er niet omheen: hij baalde er stevig van dat hij eind augustus te horen kreeg dat hij zich een jaar lang bij Excelsior moet melden. Aan het eind van vorig seizoen en in de voorbereiding op het nieuwe voetbaljaar manifesteerde de jongeling zich uitstekend, maar toch bleek het niet genoeg voor een definitief plekje bij de A-kern van Feyenoord. De negentienjarige aanvaller heeft de hoop echter nog niet opgegeven.

/

Manu legt in Sp!ts uit hoe hij de afgelopen maanden heeft ervaren. De klap na de goede voorbereiding, waarin hij zelfs topscorer werd, kwam hard aan. “Ik had het idee dat ik me behoorlijk had gepresenteerd, maar helaas werd dat niet beloond met waar ik op had gehoopt. Tijdens de eerste serieuze oefenpot tegen Real Mallorca zat ik op de tribune en dat gold ook voor de thuiswedstrijden in de voorronde van de Champions League. En toen de selectie naar Kiev en Praag reisde, zat ik thuis.”

“Het zag er naar uit dat ik onderdeel zou blijven van de selectie, maar dat ik op maandagavond met Jong Feyenoord/Excelsior mijn wedstrijden moest spelen. Uiteindelijk werd ik dus verhuurd en daar was ik op zich wel blij mee, want hier bij Excelsior ligt het niveau hoger dan bij Jong Feyenoord/Excelsior”, vindt de tiener, die vorig seizoen nog doel trof in de allesbeslissende confrontatie bij sc Heerenveen.

Inmiddels is hij dus speler van Excelsior en spreekt hij zijn oude ploeggenoten, die nog wel voor Feyenoord uitkomen, voornamelijk naast het voetbal. “Ik heb wekelijks contact met die jongens. Samen met Matthew Steenvoorden en Jean-Paul Boëtius heb ik met hen de afspraak gemaakt dat we ooit met z’n allen tegelijk in de basis van Feyenoord 1 staan. We hebben in de jeugd met elkaar samengespeeld en ooit zal De Kuip van ons zijn”, aldus Manu. “De jeugd krijgt een kans; kijk maar naar Jordy Clasie, Bruno Martins Indi en Kongolo. Lang leve de crisis. Van mij mag ’ie nog even duren.”