voetbalzone

‘We willen met voetbal voorkomen dat ze in de criminaliteit terechtkomen’

Chris Meijer11 apr 2018, 22:20
Laatst bijgewerkt: 11 apr 2018, 22:20
Advertentie

KUALA LUMPUR - “Dit team is opgericht om de Rohingya een stem te geven en om te laten zien dat we ergens in kunnen slagen”, zei Muhammad Noor onlangs tegenover Anadolu. Noor is voorzitter en mede-oprichter van Rohingya FC, een club die de Rohingya-vluchtelingen in de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur vertegenwoordigt. Maar het is vooral een middel om de mensen hun dagelijkse problemen voor even te laten vergeten, op een stoffig voetbalveld onder de rook van de wereldberoemde Petronas Towers.

Door Chris Meijer

“De Rohingya worden vaak neergezet als heel arm, als vluchtelingen. Dus we zeiden: laten we niet de hele tijd huilen. Laten we mensen bij elkaar brengen. Laten we hoop brengen. Weet je, we zijn geen arme mensen die overal bedelend op de straat zitten. We hebben talent, waarom zou je ons niet de kans geven om dit talent te laten zien?”, sprak Noor tegenover FourFourTwo. Hij werd geboren in Saudi-Arabië, nadat zijn ouders in de jaren zeventig Myanmar waren ontvlucht. Vervolgens studeerde Noor in Kuala Lumpur, waarna hij aan de slag ging bij staatsoliebedrijf Petronas. In 2012 lanceerde hij Rvision TV, het enige Rohingya-televisiekanaal ter wereld. Drie jaar later stond hij met mede-oprichters Mohammed Farouk, Saifullah Muhammad en Dildar aan de wieg van Rohingya FC. Noor zorgde er met zijn eigen geld voor dat de vluchtelingen konden voetballen. “Het voetbal brengt blijheid, motivatie en een speciale spirit voor jongeren. Op deze manier komen ze niet in de criminaliteit terecht.”

Parallelle maatschappij
Er zijn momenteel circa 150.000 Rohingya-vluchtelingen in Maleisië. Zij leven in een soort parallelle maatschappij, aangezien ze niet mogen werken of onderwijs mogen volgen. Het grootste deel van de vluchtelingen heeft geen verblijfsvergunning en er is amper contact tussen de Maleisiërs en de Rohingya. De wijk waar zij wonen en voetballen, wordt door de Maleisiërs dan ook als onveilig bestempeld. “Ik heb een geboortecertificaat, maar ik ben geen Maleisisch staatsburger. Voorlopig word ik altijd afgewezen, omdat mijn ouders uit Maleisië moeten komen. Ik ben dus ongewenst in dit land én in mijn geboorteland. Het is moeilijk en uitdagend, maar ik overleef het wel”, vertelde Farouk Yousouf, topscorer van Rohingya FC, over de situatie van de vluchtelingen in Maleisië. Toch is het voor de Rohingya in Maleisië vele malen veiliger dan in hun thuisland. Volgens de Verenigde Naties zijn de Rohingya de meest vervolgde minderheid ter wereld. Miljoenen mensen verlieten het overwegend boeddhistische Myanmar reeds wegens het geweld jegens de moslimminderheid.

voetbalzone

De Rohingya worden in het Aziatische land gezien als illegale immigranten uit buurland Bangladesh, ondanks dat ze al honderden jaren vooral in de zuidwestelijke provincie Rakhine wonen. Zodoende wordt de bevolkingsgroep dan ook niet erkend als staatsburgers van Myanmar, wat mede tot extreme geweldsincidenten heeft geleid. Mensenrechtenorganisaties spreken zelfs van ‘misdaden tegen de menselijkheid’, etnische zuiveringen en genocide. De Verenigde Naties hebben massaverkrachtingen, martelingen en moorden op jonge kinderen geconstateerd. Het grootste gedeelte van de vluchtelingen, bijna een miljoen mensen, is terecht gekomen in de grote vluchtelingenkampen in buurland Bangladesh, vlakbij de grens met Myanmar. Een kleiner deel van de Rohingya is erin geslaagd om andere landen, zoals India, Thailand en dus Maleisië, te bereiken. Farouk ontvluchtte Myanmar in 2013 en bereikte Kuala Lumpur, terwijl de rest van zijn familie momenteel nog in de vluchtelingenkampen in Bangladesh verblijft.

“Sinds mijn geboorte heb ik geen vrijheid gekend. Het voetbal is een van de weinige vrijheden die we hebben. Ik kwam in 2013 naar Maleisië om een veiliger leven te krijgen. En om mijn leven te redden. In Myanmar heb ik nooit de kans gehad om te voetballen. We kunnen hier gewoon in het openbaar voetballen, terwijl we in Myanmar niet eens ons huis uit mochten”, tekende de New York Times op uit de mond van Farouk. In Rakhine zijn er met Rakhine United en Ayeyawady United wel degelijk voetbalclubs, maar daar mogen alleen boeddhisten spelen. Rohingya moeten eerst toestemming krijgen van de lokale autoriteiten om een competitie te organiseren. Daarnaast moeten er steekpenningen worden betaald om het dorp te verlaten, maar dat kunnen de meeste mensen zich niet veroorloven. Al met al is voetbal zodoende praktisch verboden voor de Rohingya in Myanmar. In Maleisië zijn de vluchtelingen ook stateloos, maar ze mogen wel een voetbalcompetitie organiseren. “We willen de wereld laten zien dat Rohingya ook talent hebben, dat we iets groots kunnen bereiken. Iedere speler van onze club heeft wel iets meegemaakt, maar daar praten we niet over. We kunnen elkaar aankijken en dan weten we genoeg. We voetballen en proberen op die manier vrede te bereiken. Er zijn honderdduizenden Rohingya die dit momenteel niet kunnen. Rohingya FC is meer dan een voetbalclub, het vertegenwoordigt menselijkheid en hoop.”

Perceptie veranderen
“De Rohingya waren al een tijdje in Maleisië en we houden allemaal van voetbal, dus er waren al een aantal kleine teams geformeerd. Op een dag kwamen we op het idee om een club op te richten en alle teams te verenigen onder één vlag”, vertelde voorzitter Noor aan FourFourTwo. “Het voornaamste doel is niet alleen om te voetballen, maar ook om de positieve impact van sport te benutten. We willen onze mensen weghouden van criminaliteit en drugs. Daarnaast willen we de perceptie veranderen, want mensen denken dat we bedelaars zijn. We willen onderstrepen dat onze gemeenschap ook getalenteerde mensen voortbrengt, zoals dansers, zangers, schrijvers en, in dit geval, voetballers.”

voetbalzone

In eerste instantie speelde Rohingya FC louter vriendschappelijke wedstrijden, maar vorig jaar werd de club toegelaten in een regionale competitie. Doordat de vluchtelingen op deze manier tegen teams met Maleisiërs komen te spelen, wordt er onderling begrip gekweekt. “Toen we net begonnen, waren we bang voor dat contact. Maar langzaam zijn we naar elkaar toe gegroeid en zij begrijpen ons nu ook beter”, aldus Farouk in een interview met The Star. Overigens laat de club niet uitsluitend Rohingya toe. Zo behoort de Nigeriaan Steven Ndubuisi ook tot de selectie. “Ik zag ze trainen en vroeg of ik mee kon doen. Ze vonden het leuk om me mee te laten doen. Ze hebben me altijd geaccepteerd en gerespecteerd, ondanks de verschillen. Mijn input qua trainingen en tactiek wordt gewaardeerd, dus ik voel me enorm op mijn gemak. Ze zijn als een familie”, sprak Ndubuisi tegenover FourFourTwo. Coach en mede-oprichter Dildar: “We weten hoe het voelt om gediscrimineerd te worden, dus we willen dat ook niet bij andere mensen doen. Als niet-Rohinghya bij ons willen komen spelen, verwelkomen we ze met open armen. Uiteindelijk gaat het erom dat ze de club en zijn idealen vertegenwoordigen.”

Het officieuze WK als doel
De club beschouwt zichzelf als het ‘nationale team’ van de Rohingya en is aangesloten bij de Confederation of Independent Football Associations (CONIFA), de voetbalbond voor niet-erkende landen, autonome regio’s, staatloze volkeren en micronaties. Andere leden zijn onder meer Noord-Cyprus, Punjab, Groenland, Monaco, Iraaks Koerdistan en Somaliland. In 2020 hoopt Rohingya FC zich voor het eerst te kwalificeren voor het officieuze WK, dat in 2016 gewonnen werd door Abchazië. “Als nationaal team willen we graag tegen andere landen spelen. We willen een gemeenschap opbouwen. Vluchtelingen hebben weinig licht, hoop of geluk”, zei Noor, die al eens te kennen gaf dat hij ervan droomt om Rohingya FC ooit in de Malaysian Super League te zien. “Het ultieme doel is om erkenning te krijgen. Niet voor de club, want dat is een middel. We willen erkenning voor de Rohingya. We zouden een vriendschappelijke wedstrijd tegen het nationale elftal van Myanmar willen spelen. Dat zou het begin van erkenning kunnen zijn, we moeten ergens beginnen."

voetbalzone

In principe traint de club één keer per week, omdat men geen geld heeft om vaker het veld af te huren. De selectie telt 25 spelers en de wachtlijst is momenteel drie keer zo groot. “Onze spelers zijn vooral arbeiders en niet goed getraind. We gaan ’s ochtends naar ons werk en spelen en trainen in de avond. Het is niet gemakkelijk te combineren, maar we proberen het beste uit iedere training of wedstrijd te halen. Onze passie ligt bij het voetbal en we willen graag laten zien dat Rohingya goed kunnen voetballen”, zei coach Dildar. Overigens is het officieuze WK niet de enige droom voor Rohingya FC. Op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro, in 2016, was er een vluchtelingteam aanwezig. Farouk: “Het vluchtelingenteam op de Olympische Spelen heeft me hoop gegeven dat wij ook groot kunnen dromen. Op dit moment zijn we nog niet goed getraind en georganiseerd en hebben we nog niet genoeg geld. We kunnen niet echt goed trainen, omdat we daar de faciliteiten niet voor hebben. Dus we komen hier gewoon ieder weekend en kijken wel hoe we kunnen spelen. Voetbal is heel belangrijk voor mij, want ik beschouw voetbal als mijn leven. Ik wil ons ooit tegen clubs als Manchester United en Chelsea zien spelen.”

Financiële hulp uit Australië
Het verhaal van Rohingya FC is inmiddels gretig opgepikt door internationale media en mede als gevolg daarvan heeft de Australische regering besloten om de club financieel te steunen. Ook non-profit organisatie The Kick Project draagt duizenden euro’s bij. “Het is duidelijk dat het nogal extreem is wat ze hebben meegemaakt. Door de club verdwijnen grenzen en worden er bruggen gebouwd, zonder dat mensen aan politiek hoeven te denken”, aldus James Rose van The Kick Project, dat shirts en schoenen leverde. Daarnaast werd er bijgedragen aan een teambus en is de huur voor de velden vooruitbetaald. Yousouf zei tegenover Channel News Asia dat hij door het voetbal geïnspireerd wordt: “Voor negentig minuten ben je gewoon een voetballer, je vergeet dat je vluchteling bent. Je vergeet al je problemen hier en in Myanmar, alles. Ik voel me gemotiveerd op het veld, het is een uitdaging en ik moet er voor vechten. Ik kan niet opgeven en moet het uitsterste uit mezelf halen, hard werken.”

Het initiatief heeft reeds navolging gekregen, want ook in onder meer India, Ierland, Australië en Canada zijn inmiddels Rohingya-clubs opgericht. “In eerste instantie is onze club opgericht om de gedachten af te leiden van het conflict dat thuis speelt. Nu voelt het alsof we een maatschappelijk initiatief zijn, dat ook op andere vlakken kan helpen”, vertelde Mohammed Riyaz Siraj, aanvoerder van de Rohingya Shining Stars uit New Delhi, in gesprek met de Indian Express. Tegelijkertijd benadrukte hij dat voetbal niet alles oplost. “Ik verzoek de Indiase overheid om ons hier in de gevangenis te gooien of allemaal ter plekke neer te schieten in plaats van ons terug te sturen naar Myanmar. Als we teruggaan, worden we zeker vervolgd en gedood. Er is voor ons en onze kinderen geen toekomst in Myanmar.”