Wenger: ‘Het voelt gek, dat zij hun carrières alweer beëindigd hebben’
Arsène Wenger loopt al vele jaren mee bij Arsenal en als hij in 2016 nog voor de club werkt, kan hij zijn twintigjarig jubileum vieren. Voor hij in Londen terechtkwam, werkte hij bij Nagoya Grampus Eight en voor die periode was hij hoofdtrainer van AS Monaco. Wenger stond aan de wieg van verschillende carrières en kan merken, dat hij inmiddels een echte oude rot in het vak is geworden.
Bij Monaco deed Wenger wat hij ook nu nog doet, bij Arsenal: veel jonge talenten binnenhalen of door laten stromen vanuit de jeugd en hen vervolgens kansen bieden in het eerste elftal. Le Professeur probeert zijn teams altijd attractief voetbal te laten spelen. In een interview op de UEFA-website zegt hij, dat hij trots is op hetgeen bij destijds (1987-1994) bij Monaco neerzette en nu al sinds 1996 doet bij Arsenal.
“Ik verkeerde steeds in de gelukkige omstandigheid, dat ik een baan had waarmee ik het leven van anderen op positieve wijze kon beïnvloeden. Het is wel gek, als ik terugdenk aan namen als Lilian Thuram en Emmanuel Petit, dat ik heb geholpen heb op gang te komen in hun loopbaan en dat ze hun carrières inmiddels alweer beëindigd hebben. Dat ze hele mooie loopbanen hebben gehad maakt mij blij: het geeft een enorm positief gevoel dat ik spelers heb kunnen helpen, iets te bereiken in het leven”, zegt Wenger.
In de zeven jaren die hij voor AS Monaco werkte, pakte Wenger met de club eenmaal de landstitel en eenmaal de Coupe de France. In het seizoen 1991/92 verloor de club de finale van de Europese beker voor bekerwinnaars (die inmiddels niet meer bestaat) tegen Werder Bremen en dat blijft voor Wenger wel een smetje op zijn blazoen, zegt hij. Het blijft ook een herinnering met een rouwrand. De avond ervoor was er een grote ramp in Bastia en kwamen achttien mensen om het leven, toen een tribune instortte.
“We konden toen niet slapen en konden ons niet goed voorbereiden op de wedstrijd tegen Werder Bremen. Het was vergelijkbaar met de Champions League-finale van 2006. We verloren het hele seizoen geen wedstrijd, pas in de finale gebeurde het. Maar toen ik begon bij Monaco, was de club nooit voorbij de eerste ronde gekomen. Dus het feit dat we de finale bereikten en een halve finale van de Champions League speelden, dat was een prestatie. En na mij hebben ze de Champions League-finale ook nog gehaald.”