Wijnaldum: ‘Ik had hem graag willen vragen wat de situatie is bij PSV’
Memphis Depay werd de afgelopen dagen nog nadrukkelijk in verband gebracht met een overgang naar Barcelona en in een eerder stadium van de transferperiode gold dat ook voor collega-international Georginio Wijnaldum. De middenvelder is uiteindelijk echter gewoon bij Liverpool gebleven en laat nu weten nooit dicht bij een verhuizing naar het Camp Nou te zijn geweest.
“Niet zo serieus denk ik”, is dinsdagavond tijdens een persconferentie in de aanloop naar de oefeninterland tegen Mexico zijn antwoord op de vraag hoe serieus de interesse van Barcelona nou daadwerkelijk was. “Anders had je er wel wat meer over gelezen en was er meer gebeurd. Er speelde niks concreets.” Wijnaldum ligt nog tot volgend jaar vast op Anfield en hij denkt dit seizoen af te zullen maken als speler van Liverpool: “Zoals het ernaar uitziet wel ja. Mijn contract loopt over tien maanden af. Zo ziet het er nu uit, maar dat kan natuurlijk veranderen in de komende maanden. Dat weet je nooit in het voetbal, dus we zien het wel.”
De focus van Wijnaldum zal de komende week echter gericht zijn op het Nederlands elftal, met de oefeninterland van woensdagavond tegen de Mexicanen en de Nations League-ontmoetingen met Bosnië-Herzegovina en Italië op het programma. Wijnaldum zal dan niet samenspelen met Mohamed Ihattaren, die zich af moest melden met een blessure. De 64-voudig international vindt het jammer dat het talent niet van de partij is: “Ik wilde graag met hem praten. Ik had hem ook een appje kunnen sturen, maar ik wilde het graag face to face doen om te vragen wat de situatie is bij PSV”, legt hij uit.
Ihattaren kan onder de nieuwe trainer Roger Schmidt niet rekenen op een basisplaats en maakt een moeizame periode door in Eindhoven: “Wij lezen natuurlijk alles in de media, je weet niet wat waar is en waarom de situatie nu is zoals hij is”, vervolgt Wijnaldum. “Mo is een hele goede jongen, ik heb hem de vorige interlandperiode voor het eerst ontmoet. Ik had hem wel willen vragen wat nu precies de situatie is en of ik hem kon helpen of hem zeggen hoe ik ertegenaan kijk. Jammer genoeg is hij er niet bij.”