'Wonder van Charkov' blijft uit: Nederland naar huis
Het Nederlands elftal had 'het Wonder van Charkov' nodig om zich te plaatsen voor de kwartfinale van het EK in Polen en Oekraïne, maar faalde in zijn missie. De ploeg van Bert van Marwijk ging door een dubbelslag van Cristiano Ronaldo in het laatste duel in Groep B met 2-1 onderuit tegen Portugal, terwijl men met twee doelpunten verschil had moeten winnen. Duitsland won van Denemarken, waardoor die Mannschaft en de Portugezen doorstoten naar de kwartfinale. Duitsland treft Griekenland, Portugal neemt het op tegen Tsjechië. Oranje vliegt eruit, naar Schiphol.
Het initiatief kwam in de beginfase van Nederland, wat tot een heel aardige kans voor Wesley Sneijder leidde, maar hij volleerde naast. De Utrechter begon op links, Robin van Persie zakte door de aanwezigheid van Klaas-Jan Huntelaar een linie terug en Rafael van der Vaart verving aanvoerder Mark van Bommel in het tweekoppige blok voor de defensie. Van der Vaart bracht het Oranjelegioen in het Metalist Stadion na acht minuten in extase. De linkspoot krulde van twintig meter de bal kunstig langs Rui Patrício en het geloof in de kwartfinale groeide aanzienlijk.
Na het openingsdoelpunt werd Portugal dwingender en twee snelle uitbraken legden Nederland bijna het zwijgen op: Ronaldo trof de buitenkant van de paal en Hélder Postiga schoof de bal voorlangs. In Lviv was Duitsland inmiddels op voorsprong gekomen, maar daar stond het al gauw weer gelijk. Tussen die treffers door was Ronaldo al gevaarlijk geweest met een harde kopbal, maar na een klein halfuur dompelde de aanvoerder Oranje wél in rouw. De defensie opende zich na een steekpass van João Pereira en de sterspeler annex aanvoerder schoot koel binnen: 1-1. Met die treffer ontvouwde de dominantie van de Portugezen definitief.
Hoewel beide partijen aan elkaar gewaagd leken, schakelde Portugal voorin sneller. Nani schoot verdekt naast en Ronaldo dreigde nog driemaal voor het rustsignaal; hij pegelde op de vuisten van Stekelenburg, kopte naast uit een hoekschop en mikte van dichtbij opnieuw niet gericht genoeg. Maar het vuur van het eerste kwartier van Oranje was duidelijk gaan liggen, ook in het tweede bedrijf. Het enige wapenfeit kwam van Ron Vlaar, die na een voorzet van Wesley Sneijder de bal met zijn schouder naast werkte. Maar ook Portugal had nog een doelpunt nodig, door de virtuele remise bij Denemarken-Duitsland. Postiga klopte al op de deur, maar zijn doelpunt werd vanwege buitenspel geannuleerd.
Oranje zocht in de laatste 25 minuten, met Ibrahim Afellay in de ploeg, nadrukkelijker de voorwaartsen. Uit de counter was de ploeg van Paulo Bento echter steevast gevaarlijk. Fábio Coentrão vond Stekelenburg op zijn weg en de doelman ontpopte zich tot de redder, door Nani bij een reuzenkans het scoren te beletten. Het bleek uitstel van executie, want na een vlijmscherpe counter kapte Ronaldo de teleurstellend spelende Gregory van der Wiel uit, om Stekelenburg in de korte hoek te verschalken: 2-1. Duitsland nam hierna de leiding in Lviv en dus moest Nederland nog tweemaal scoren. Ronaldo trof in de slotfase nog de paal en Oranje was gevaarlijk met pogingen van Van der Vaart en Van Persie, maar het wonder van Charkov geschiedde evenwel niet.