'Özil steekt er bovenuit, maar individueel is het Nederlands elftal beter'
Arjen Robben verbaast zich over de wispelturige mening van de Nederlanders. De aanvaller kan niet geloven dat een groot deel van voetbalminnend Nederland denkt dat het bereiken van de knock-outfase een utopie is. "Voor het toernooi denkt zeventig procent dat je de Europese kampioen wordt, en nu inmiddels zegt tachtig procent dat we er in de eerste ronde uitvliegen. Dat is zo apart."
Het is volgens Robben allemaal zo relatief. "Schiet je er twee in de kruising tegen Denemarken, dan is alles heel anders", vertelt de aanvaller in gesprek met het Algemeen Dagblad. "Maar dat is ook het mooie van voetbal." Tegenover Metro geeft Robben aan dat hij Duitsland, de komende tegenstander, vooral 'heel erg degelijk' vindt. "Natuurlijk hebben ze goede spelers met Mesut Özil die er bovenuit steekt. Maar ik denk dat wij individueel beter zijn."
"Het gaat er uiteindelijk om of je we ons als collectief met de Duitsers kunnen meten", geeft Robben aan. "In balbezit de juiste keuzes maken, snel zijn in de omschakeling. Af en toe terugzakken als het nodig is. Er wordt wel eens gezegd dat Duitsland zo fris speelt, maar dat valt wel mee. Ze moeten het vooral van de counter hebben. Ze zijn dodelijk in de omschakeling, maar spelen niet het aanvallende voetbal van ons of Spanje. Duitsland kan heel goed voetballen, maar de meeste goals maken ze vanuit de fout van hun tegenstander. We zullen slim moeten zijn."
Voor Robben is de ploeg van Joachim Löw een serieuze kanshebber voor de Europese titel. "Ze waren al derde op het WK en het elftal is nog jong, fris en fit", citeert De Telegraaf. "Met het loopvermogen en de fysiek is het altijd goed gesteld bij Duitsers evenals met hun toernooispirit. Daarbij bezit de huidige ploeg veel creativiteit. En ze zijn prima gestart met een overwinning tegen Portugal."
Het knappe van Duitsland vindt Robben de ’onverstoorbaarheid’ tijdens grote toernooien. "Dat is een bijzondere kwaliteit. Wat er ook gebeurt: ze laten zich niet gek maken. Niet door schreeuwende, stevig aangezette krantenkoppen en evenmin door hardroepende columnisten."