voetbalzone

Ziyech: ‘Eerst denk je: ‘vergeet het’, maar het bleef aanhouden’

Robin Bruggeman02 mei 2018, 10:32
Laatst bijgewerkt: 02 mei 2018, 10:32
Advertentie

Hakim Ziyech was ook dit seizoen weer belangrijk voor Ajax met zijn assists en doelpunten, maar de spelmaker moest het ook regelmatig ontgelden bij de fans van de Amsterdammers. De middenvelder werd in de afgelopen maanden meerdere keren getrakteerd op fluitconcerten en andere vormen van kritiek. Desondanks kreeg hij afgelopen weekend, tot zijn eigen verrassing, de prijs voor Speler van het Jaar van de nummer twee van de Eredivisie.

“We weten allemaal dat ik niet altijd met gejuich ben ontvangen in de Johan Cruijff ArenA. Dat ik toch ben verkozen tot Speler van het Jaar had ik dus nooit verwacht”, schrijft hij op de officiële site van zijn club. “De kritieken op mij als persoon kwamen aan als een dreun. Als het een keertje gebeurt, denk je: ‘vergeet het’. Na een tweede keer misschien ook nog wel, maar het hield aan. Dat ik toch door zo’n meerderheid ben verkozen tot beste speler is heel mooi”

Ajax speelt dit seizoen nog één wedstrijd tegen Excelsior, waarna Ziyech zich zal gaan richten op het WK waar hij met Marokko deel aan gaat nemen. Van de afgelopen voetbaljaargang in de Eredivisie probeert hij zich vooral de positieve momenten te herinneren: “Dagen waarop alle ingrediënten aanwezig waren: Dat je je gelukkig voelt, dat er lol is in het team, dat de sfeer op de club goed is en dat je familie in de buurt is om er voor je te zijn. Het gaat steeds beter en ik voel me goed. Ik maak grappen in de kleedkamer zoals ik altijd heb gedaan. Ik vind het heel belangrijk dat we met elkaar kunnen lachen.”

Naast de middenvelder viel ook Matthijs de Ligt in de prijzen bij de supporters van Ajax. De jonge verdediger werd uitgeroepen tot Talent van het Jaar, al geeft Ziyech aan dat hij zijn ploeggenoot al bijna niet meer zo ziet: “Weet je wat het gekke is? Soms vergeet je gewoon dat Matthijs pas achttien jaar is. Hij is zo’n steady verschijning. Hij staat er echt. Een terechte prijswinnaar, hoewel ik de kansen voor Justin Kluivert ook hoog had ingeschat.”