‘Zo gaat het altijd, dat was bij Ajax en Manchester City niet anders’
Nigel de Jong voelt zich al helemaal thuis bij zijn nieuwe club, AC Milan. De defensieve middenvelder spendeerde drieënhalf jaar van zijn loopbaan bij Manchester City, maar werd na twee seizoenen minder vaak ingezet en koos er afgelopen zomer voor te vertrekken. Met een meerjarig contract op zak speelt hij nu in de Serie A, maar echt vloeiend loopt het nog niet: i Rossoneri staan elfde.
De Jong, goed voor drie basisplaatsen en een invalbeurt, weet wel waarom Milan na zes wedstrijden pas zeven punten heeft verzameld. In de zomer was er immers een complete exodus gaande, waarbij tal van ervaren sterren de deur achter zich dicht trokken. Thiago Silva, Zlatan Ibrahimovic, Clarence Seedorf, Filippo Inzaghi, Mark van Bommel, Gennaro Gattuso en Antonio Cassano gingen allemaal weg.
“Ik denk dat het allemaal draait om ervaring”, stelt De Jong, die met zijn 27 lentes nu tot de groep oudste middenvelders behoort, in Corriere dello Sport. Massimo Ambrosini spant de kroon met 35 jaar, maar verder zijn alleen Mathieu Flamini en Sulley Muntari ouder in zijn linie. “Dit is echt een jong team. En daarnaast zijn sommige van de bankzitters van vorig seizoen nu basisspelers. We maken in ieder geval elke wedstrijd vorderingen.”
De huidige elfde plaats moet beter en dat willen de supporters ook graag. In de Italiaanse media wordt al enige tijd gespeculeerd over Massimiliano Allegri’s positie, maar De Jong vindt dat overdreven. Al verbaast het hem ook niet. “Zo is het altijd, overal. Bij Ajax had ik in mijn tijd vier trainers en bij Manchester City werd er ook altijd over gesproken, daar was het niet anders. De kranten hebben hier altijd interesse in. Maar uiteindelijk telt alleen wat de club wil.”