voetbalzone

Ajax moet antwoord vinden op ideeën van ‘Zorro’: ‘Zijn plafond ligt nog hoger'

Chris Meijer08 apr 2021, 20:15
Laatst bijgewerkt: 08 apr 2021, 20:15
Advertentie

Als je het spel van 1o Dezembro uit 2007 en dat van het huidige AS Roma naast elkaar legt, moet de opvatting nagenoeg hetzelfde zijn. Dat claimt Paulo Fonseca zelf in ieder geval, de 48-jarige oefenmeester die vanuit de club in de krochten van het Portugese voetbal opklom tot de Europese top. Komende donderdag wacht voor Fonseca de heenwedstrijd van de kwartfinale van de Europa League, waarin hij met Ajax een ploeg met dezelfde filosofie treft én een goed resultaat moet halen om de druk weg te nemen.

Door Chris Meijer

Ergens tussen 1995 en 1996 moeten Floris Schaap en Fonseca elkaar voor het eerst hebben ontmoet. De Nederlander speelde dat seizoen in de naar later bleek herfst van zijn loopbaan voor SC Braga, terwijl Fonseca door FC Porto verhuurd was aan Leça. “Dat kan ik me niet heel goed meer herinneren”, lacht Schaap. Hun wegen kruisten daarna nog één keer, toen Schaap assistent-trainer was van Manuel Cajuda bij Olhanense en Fonseca Paços de Ferreira onder zijn hoede had. Toch is Fonseca voor Schaap in de afgelopen jaren een goede bekende geworden. Hugo Cajuda - de zoon van de trainer aan wiens zijde Schaap jarenlang werkte en voor wie hij zo nu en dan hand- en spandiensten verricht - behartigt namelijk de belangen van Fonseca. “Ik ken hem persoonlijk, het is een aardige en leuke gozer. Het is heel knap hoe hij zijn carrière opgebouwd heeft en vanuit de jeugd opgeklommen is.”

“Ik was geen hele goede speler”, erkende Fonseca zelf ooit in een interview met de Daily Telegraph. Hij werd geboren in Mozambique en groeide op in Afrika, tot zijn ouders op zijn veertiende besloten om terug te keren naar Portugal. Fonseca begon zijn profcarrière bij Barreirense en werd op zijn 22e opgepikt door FC Porto, al zou hij geen enkele officiële wedstrijd spelen voor de Portugese grootmacht. Na te zijn verhuurd geweest aan Leça, Belenenses en Marítimo en nog even onder contract te hebben gestaan bij Vitória Guimarães zonder al teveel aan spelen toe te komen, besloot Fonseca zijn loopbaan bij het destijds tussen het hoogste en tweede niveau op en neer pendelende Estrela Amadora. Na het besluiten van zijn actieve carrière bleef Fonseca bij Estrela Amadora actief als jeugdtrainer.

Fonseca bracht de eerste jaren van zijn trainersloopbaan door in de krochten van de Portugese voetbalpiramide. Hij coachte 1o Dezembro, Odivelas en Pinhalnovense, clubs waar ’s avonds getraind moest worden omdat de spelers overdag gewoon werkten. Met Pinhalnovense slaagde Fonseca er desondanks in om twee keer de kwartfinale van de Portugese beker te bereiken, een dubbele prestatie waarmee zijn naam al langzaam op de radar verscheen. “Vanaf het begin van mijn trainerscarrière heb ik altijd gedacht dat winnen niet genoeg is”, vertelde Fonseca. “Ik moet goed spelen, ik houd ervan als mijn teams het initiatief hebben. Door mijn ervaringen zijn mijn ideeën alleen wel geëvolueerd.”

“Zijn tijd bij Aves is uiteindelijk een keerpunt in zijn carrière gebleken”, stelt Schaap. Fonseca eindigde met Aves als derde op het tweede niveau van het Portugese voetbal en verdiende een overstap naar het in de Primeira Liga uitkomende Paços de Ferreira. Daar schreef hij geschiedenis door als derde te eindigen en een plek in de voorronde van de Champions League af te dwingen. Het was voor FC Porto aanleiding om hem binnen te halen als de nieuwe trainer. “De stap naar Porto was iets te groot, het zat hem daar niet mee”, denkt Schaap. “In dat jaar had hij niet de beste spelersgroep van Portugal, daar moet ik eerlijk in zijn. Ik zeg niet dat hij niet voorbereid was, want anders hadden ze hem geen contract aangeboden. Maar Porto is een speciale club, de druk neemt heel snel toe als je punten verspeelt.”

“Het is niet goed gegaan, maar dat is wel het beste voor zijn loopbaan geweest. Door die tegenslag heeft hij een stapje terug gedaan en daarna is het vooruitgegaan. Ik zeg niet dat hij er niet klaar voor was, het zat allemaal niet mee”, vervolgt Schaap, die bijna 35 jaar in Portugal woonde. Fonseca keerde terug bij Paços de Ferreira en maakte een jaar later een iets kleinere stap omhoog, naar SC Braga. “Braga zit dicht tegen Sporting, Porto en Benfica aan, hoor. Het is ook niet makkelijk om bij een topclub te komen, als er daar maar drie van zijn.” Bij Braga veroverde Fonseca met de Taça de Portugal de eerste hoofdprijs in zijn loopbaan, alvorens hij bij Shakhtar Donestk zijn eerste avontuur buiten Portugal aanging.

Daar leek Fonseca een loodzware taak te wachten. Hij werd de opvolger van Mircea Lucescu, die Shakhtar in twaalf jaar acht landstitels, zes keer de Oekraiënse beker en een UEFA Cup bezorgde en letterlijk een standbeeld voor het stadion - waar door de burgeroorlog in Oekraïne overigens al jaren niet wordt gespeeld - heeft. Er was in principe geen budget om nieuwe spelers te halen, tenzij Shakhtar zich via de voorrondes zou plaatsen voor de Champions League. Dit lukte niet, waardoor Fonseca het met dezelfde spelersgroep moest doen die een jaar eerder zeven punten achter kampioen Dynamo Kiev was geëindigd. “Als je niet de beste spelers hebt, moet je als trainer aan de slag gaan en zo snel mogelijk de ploeg aan het voetballen krijgen. Zijn trainingswijze is zo dat een ploeg altijd vooruit gaat. Ik ken zijn technische staf (assisent-trainer Nuno Campos, techniektrainer Tiago Leal en fysieke trainers Pedro Moreira en Nuno Romano, red.), dat zijn goede gasten. Hij werkt al jaren met dezelfde mensen. Zij weten precies hoe hij denkt en wat ze moeten doen, ze kunnen elkaar blindelings vertrouwen”, verklaart Schaap. Fonseca slaagde erin om een voetbalmachine te creëren, die met een aanvallende en dominante 4-2-3-1-formatie drie jaar lang oppermachtig was in Oekraïne én indruk maakte in Europa.

voetbalzone

Fonseca deed Lucescu in zijn tweede seizoen definitief vergeten bij Shakhtar, nadat mede dankzij een 2-1 overwinning op Manchester City de groepsfase van de Champions League werd overleefd. Na die zege verscheen Fonseca verkleed als Zorro op de persconferentie, als gevolg van een weddenschap met teammanager Vitaliy Khlivnyuk. “Het was op dat moment een grap en ik had niet verwacht dat het zo’n impact zou hebben”, legde Fonseca uit. Er werd me gevraagd wie mijn idool was als kind en ik antwoordde: ik hield van Zorro. Dus we hadden die weddenschap en toen we City versloegen, kwam Vitaliy op de proppen met dat kostuum.”

De verkleedpartij zorgde er misschien voor dat Europa kennismaakte met Fonseca, maar in de jaren erna ging zijn naam ook door het voetbal van Shakhtar gonzen in de topcompetities. Voornamelijk door de attractieve speelstijl die zijn ploeg op het veld liet zien. “Hij is een trainer die wil dat zijn ploeg heel veel balbezit heeft en van achteruit naar voren voetbalt, zonder lange ballen of counters. Hij houdt van een elftal dat goed voetbal speelt, met passing en balbezit. Net als Ajax, eigenlijk. Dat komt een beetje bij elkaar”, zo typeert Schaap de filosofie van Fonseca. “De ideeën die hij heeft voor de ploeg, die moeten uitgevoerd worden. Daar is hij niet flexibel in. Maar hij hoort wél iedereen. Hij is een heel democratische trainer, maar wel met discipline. Er wordt heel veel met de spelers gesproken, ondanks dat hij bepaalt. Er zit in dat opzicht een beetje een mix in.”

voetbalzone

Fonseca zou zomaar op die manier tot zijn huidige speelstijl bij AS Roma gekomen kunnen zijn. Aanvankelijk probeerde hij zin 4-2-3-1-systeem van Shakhtar ook in de Italiaanse hoofdstad te implementeren, maar toen vorig seizoen de Europa League plek uit de handen leek te glippen besloot hij de formatie om te gooien. Fonseca switchte naar een 3-4-2-1-systeem, bleef de laatste acht competitiewedstrijden ongeslagen (zeven overwinningen en een gelijkspel) en greep een ticket voor Europees voetbal. Momenteel bezet Roma de zevende plaats, met vijf punten achterstand op nummer vier Juventus (dat een virtueel Champions League-ticket in handen heeft) en nummer vijf Napoli (dat een virtueel Europa League-ticket in handen heeft). Schaap: “In Italië is het niet makkelijk, want daar spelen ploegen met veel verschillende tactieken. Daar gaat hij weleens mee de boot in, want hij wil van achteruit voetballen. Geen catenaccio, dat nooit. Volgens mij doet hij het iedere keer ietsje beter bij Roma. Hij heeft geen absoluut topteam om mee te doen om de landstitel, zo zie ik het. Ze hebben goede voetballers, maar je kunt het niet vergelijken met Inter of Juventus. Die steken er ook veel meer geld in.”

Toch zijn de verwachtingen bij Roma altijd misschien net iets hoger gespannen dan realistisch. Het is de reden dat Fonseca in de afgelopen jaren al verschillende keren wankelde, als de berichten in de Italiaanse media klopten tenminste. Na het 2-2 gelijkspel tegen Sassuolo van afgelopen zaterdag - de derde wedstrijd op rij die Roma niet wist te winnen - schreef Il Messaggero bijvoorbeeld dat Roma hem komende zomer alleen zal behouden als de Europa League gewonnen wordt. De Corriere dello Sport deed daar dinsdag nog een schepje bovenop door te stellen dat dat de situatie zo ernstig is dat spelers onder aanvoering van Edin Dzeko buiten de groepstrainingen elders individueel trainen ter voorbereiding op het duel met Ajax, omdat er onvrede bestaat over de benadering richting het treffen in Amsterdam. Fonseca is in Rome in het bezit van een aflopend contract. “Ik denk dat zijn plafond nog wel hoger ligt. Maar ja, wat is hoger? Roma is ook wel absolute top, hoor. Maar tot nóg hoger is hij wel in staat, ja. Bij Roma zijn ze nooit tevreden, dat weet je.”

Fonseca zou de druk kunnen wegnemen met een goed resultaat in Amsterdam tegen Ajax. “Ik denk dat het voor beide ploegen geen makkelijke wedstrijd wordt”, voorspelt Schaap. “Als je twee voetballende ploegen hebt, wint meestal de partij die het best verdedigt. Die Italianen kunnen best aardig verdedigen. Ajax heeft ook voetballers van grote kwaliteit lopen. Het wordt een fifty-fifty-partij, vooral door de stijlen. Voor Ajax is het waarschijnlijk goed dat ze Roma treffen, een voetballende ploeg.”