Ajax pakt wintertitel dankzij jongensdroom debutant

Jaïro Riedewald heeft Ajax aan de wintertitel geholpen. De zeventienjarige debutant zette Ajax twee minuten voor tijd op gelijke hoogte met Roda JC Kerkrade en diep in de blessuretijd tekende hij ook voor de 1-2. Ajax, dat in Viktor Fischer en Kolbeinn Sigthórsson twee zwakke schakels kende, heeft de koppositie overgenomen van Vitesse.

Ajax wist dat het bij een overwinning winterkampioen zou worden, maar de Amsterdammers wisten ook dat het geen makkelijke wedstrijd zou worden. Roda JC had in de beker namelijk gewonnen van Vitesse en die ploeg startte dus met een goed gevoel tegen de regerend landskampioen. De door Ajax begeerde Guus Hupperts vergat zijn ploeg een droomstart te geven, door na een minuut of twee in kansrijke positie uit te glijden.

Daarna nam Ajax, met Daley Blind als linksachter, Christian Poulsen op het middenveld en Sigthórsson in de spits, het initiatief over. Laatstgenoemde kreeg twee uitstekende kansen op de openingstreffer, maar beide keren lag keeper Filip Kurto in de weg. Vervolgens werd Roda weer wat sterker en even nadat Krisztián Németh al een poging had gewaagd opende Henk Dijkhuizen de score. Dat gebeurde uit een standaardsituatie: Dijkhuizen kopte steenhard binnen. Omdat een doelpunt van Davy Klaassen werd afgekeurd wegens buitenspel ging Roda met een 1-0 voorsprong de rust in.

Vorig seizoen stond het in de onderlinge ontmoeting ook 1-0, maar destijds sleepte Ajax via Christian Eriksen en Lasse Schöne alsnog de drie punten uit het vuur. Ajax had direct na rust al tot een gelijkmaker kunnen komen, maar Sigthórsson zat niet lekker in de wedstrijd en dat bewees hij met het verprutsen van een reuzenkans. Na een goede actie over de rechterkant via Joël Veltman en Ricardo van Rhijn kwam de IJslandse spits goed voor zijn man. Hij had de bal voor het intikken, maar schoof zwak voorlangs.

Ajax draaide de duimschroeven aan, maar was in het aanvalsspel veel te slordig. Zo schoot de slecht spelende Fischer naast en liep de Deen even later Thulani Serero in de weg. Trainer Frank de Boer greep direct in: Fischer en Sigthórsson gingen eraf, Bojan Krkic en Danny Hoesen kwamen binnen de lijnen. Het was echter een andere invaller, debutant Riedewald, die Ajax toch nog naar de zege schoot. Eerst prikte hij van dichtbij de gelijkmaker binnen, diep in de blessuretijd kwam zijn jongensdroom uit toen hij ook de winnende maakte.