De Ligt staat rol van absolute schlemiel op laatste moment af aan Koulibaly
In een spectaculaire krachtmeting heeft Juventus zaterdagavond ternauwernood gewonnen van Napoli. De regerend kampioen gaf een 3-0 voorsprong uit handen, mede doordat debutant Matthijs de Ligt zwak optrad bij doelpunten van de debuterende Hirving Lozano en Giovanni Di Lorenzo, maar de verdediger werd toch niet de schlemiel van de wedstrijd. Kalidou Koulibaly bepaalde de eindstand op 4-3 met een bizar eigen doelpunt in de blessuretijd.
De Ligt was achterin de vervanger van Giorgio Chiellini, die vrijdag een zware kruisbandblessure opliep tijdens de training. De van Ajax overgekomen stopper stond links in het centrum en kreeg de voorkeur boven Merih Demiral; het hart van de defensie bestond uit De Ligt en Leonardo Bonucci. De entree van de Nederlander was de enige wijziging in de opstelling van Juventus ten opzichte van de seizoensopener tegen Parma (0-1 zege). Bij Napoli zitten onder meer Lozano en Amin Younes op de bank; de van PSV overgekomen aanvaller ontbrak vorige week nog met blessureleed tijdens de 3-4 overwinning op Fiorentina.
Met een krachtig schot vanaf de linkerflank zorgde Cristiano Ronaldo na drie minuten voor het eerste doelgevaar. Aan de overzijde was een snoeihard schot van Allan nog een stuk dreigender, maar doelman Wojciech Szczesny had een geweldige redding in huis in de korte hoek. Het was een cruciale ingreep, want in de daaropvolgende fase klapte Juventus over Napoli heen. Na een kwartier raakte Juventus Mattia De Sciglio kwijt met een blessure en zijn vervanger, Danilo, scoorde met zijn eerste balcontact. De back kwam mee naar voren en werd van dichtbij bediend door Douglas Costa, die opstoomde op de helft van Napoli en knap voorbereidend werk leverde in het straschopgebied.
De 2-0 kwam ook voort uit een beeldschone individuele actie, ditmaal van Gonzalo Higuaín. De ex-spits van Napoli maakte zijn eerste doelpunt voor Juventus sinds 28 april 2018, nadat hij met een heerlijke voetbeweging wegdraaide bij Koulibaly en raak schoot in het dak van het doel. Even daarna trof Sami Khedira de lat nadat ook hij wegdraaide bij een opponent, aan de rand van het strafschopgebied. Juventus had de volledige controle over de wedstrijd; in niets leek Napoli op een ploeg die la Vecchia Signora wil gaan uitdagen in de strijd om de titel. De ploeg van Carlo Ancelotti kwam er zelden doorheen en het samenspel liet te wensen over.
In de rust greep de trainer in: Lozano kwam binnen de lijnen voor Lorenzo Insigne en maakte zijn Serie A-debuut. Er leek geen vuiltje aan de lucht, zeker toen Ronaldo er na ruim een uur 3-0 van maakte. Napoli kwam in een halfuur echter volledig terug in de wedstrijd. Kostas Manolas kopte raak na een voorzet van Mário Rui en Lozano maakte kort daarna zijn eerste goal voor Napoli, nadat hij wegliep bij een onoplettende De Ligt en voorbereidend werk van Piotr Zielinski afrondde. Douglas Costa trof aan de overzijde de lat en De Ligt kampte met kramp, maar moest door omdat Juventus al driemaal had gewisseld. Napoli zocht met man en macht naar de gelijkmaker en kreeg waarop het hoopte. Opnieuw zag De Ligt er niet goed uit: hij verloor een duel van Di Lorenzo, die bij de tweede paal raak schoot na een voorzet van José María Callejón. Het betekende de 3-3, maar in de blessuretijd schoot Koulibaly de bal op onbegrijpelijke wijze in zijn eigen kruising.