De vraag is of Marko Vejinovic wel de kwaliteiten heeft voor Oranje
Tijdens de Klassieker hield Marko Vejinovic zich een beetje op de achtergrond, als één van de minst opvallende Feyenoorders. Een dag later debuteerde hij, geboren in Amsterdam en gezegend met een dubbele nationaliteit, in de selectie van het Nederlands elftal. Het leven van een prof schiet wel meer van het ene uiterste naar het ander, zo ook bij deze 25-jarige middenvelder.
In de zomer nam Feyenoord hem voor een bedrag van zo’n 3,5 miljoen euro over van Vitesse en in Rotterdam was hij voorbestemd voor de rol van regisseur. Vejinovic verdreef vrij vlot Jens Toonstra uit het elftal en Lex Immers zelfs naar de tribune. De laatste weken twijfelde trainer Giovanni van Bronckhorst af en toe over de vaste waarde: voor de beker tegen Ajax gaf hij de voorkeur aan Tonny Vilhena, meer geschikt voor het gewenste vechtvoetbal van de Rotterdammers. In de herhaling voor de competitie ging Vejinovic enigszins ten onder in het geweld van Feyenoord. De nummer vijf raakte ondergeschikt aan Vilhena, de uitblinker van de eerste helft. Hij legde het ook af tegen het bikkelen van Karim El Ahmadi en bijna bescheiden trok hij zich als het ware terug als controleur tussen defensie en aanval.
Bondscoach Danny Blind riep Vejinovic op voor de vriendschappelijke duels met Wales en Duitsland, omdat hij volgens hem betrouwbaar is aan de bal en altijd naar de voetballende oplossing zoekt. Maar in verdedigend opzicht moet hij nog wel groeien. In grote lijnen klopte dat met zijn rapport tegen Ajax, alhoewel zijn inbreng duidelijk meer behoudender was dan gewoonlijk. In de eerste helft (29 keer aan de bal) onderscheidde Vejinovic zich nog wel ter ondersteuning van het Rotterdamse offensief. Tweemaal trachtte hij de afwezige Michiel Kramer vrij af te sturen op doelman Jasper Cillessen. Pal na de 1-0 van Sven van Beek verraste hij bijna de Ajax-goalie met een gevaarlijke volley. Voor de rest waakte hij vooral over Daley Sinkgraven, die desondanks in de 32ste minuut de enige kans van de Amsterdammers voor de pauze voorlangs verkwanselde.
In de tweede helft viel ook Vejinovic ver terug met Feyenoord. Hij was nog wel 26 keer aan de bal, maar zelfs bij de hoekschoppen en vrije trappen bedreigde hij de verdediging van Ajax niet meer. Het meeslepende gevecht doofde langzaam uit voor de Rotterdammers, die nu eens in de eigen Kuip de dupe waren van de als zo vaak blunderende arbitrage. Als examen voor zijn mogelijke entree bij Oranje schommelde de (vlakke) prestatie van Vejinovic tussen de vijf en zes. Het is ook maar de vraag of de Feyenoorder werkelijk de kwaliteiten heeft als international. Blind heeft voor de vernieuwing van de ploeg behoefte aan een verdedigende middenvelder, in de stoere stijl van Nigel de Jong of de al lang geblesseerde Kevin Strootman.
De bondscoach selecteerde zeven man voor de halflinie, met Daley Blind en Jordy Clasie als belangrijkste gegadigden voor de positie van controleur. Maar Blind raakte in Manchester alweer gewend aan de taak van linker centrale verdediger en Clasie deed in Southampton nog maar weinig ritme op na tegenslag vanwege een onwillige hamstring. Het is alsof Blind een vriendelijk gebaar wilde maken in de richting van Feyenoord, met de uitverkiezing van Vejinovic naast de inmiddels afgevallen Kenneth Vermeer, Terence Kongolo en Eljero Elia. Vier (nu drie) Rotterdammers en drie PSV’ers (eerst twee) tegenover het overtal van zes Ajacieden (geslonken tot vijf). In een zwakke poging de hardnekkige kritiek over de sympathie van de bondscoach voor Amsterdam vooralsnog het zwijgen op te leggen.
Van alle opgeroepen Feyenoorders verdient Kongolo als linksachter hoe dan ook een basisplaats bij Oranje. Niet zijn favoriete plek, maar de pezige verdediger excelleerde wederom tegen Ajax, zowel defensief als aanvallend. Ook zijn maatje op rechts, Rick Karsdorp, solliciteerde met een sterk optreden naar het Nederlands elftal en bleek zeker gelijkwaardig aan Kenny Tete. Maar de laatste heeft nu eenmaal het voordeel van zijn binding met Amsterdam.
LEX MULLER
Sportjournalist sinds mensenheugenis. Schrijft al sinds 1966 over voetbal. Bezocht WK's vanaf 1974. Werkte tot 1994 voor kranten, waaronder twintig jaar bij het Algemeen Dagblad. Switchte daarna naar de televisie, maar legt zich sinds 1 januari 2011 volledig toe op sport op internet.